Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HV2R Naamwoordelijk gezegde
Welkom!
Telefoon in telefoontas?
Pak een Chromebook en ga lekker zitten.
Log in op de Chromebook en ga in Magister naar de online methode van Nieuw Nederlands.
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
Telefoon in telefoontas?
Pak een Chromebook en ga lekker zitten.
Log in op de Chromebook en ga in Magister naar de online methode van Nieuw Nederlands.
Slide 1 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Wat? De Brug Grammatica ZInsdelen
Tijd? 25 minuten ZF (ZS als niet voldoende rust)
Vraag? steek je vinger op
Klaar? lees de theorie op blz. 60 en 92 door
Ook klaar? ga lezen in je leesboek
timer
25:00
Slide 2 - Tekstslide
Welkom!
Ga lekker zitten en log vast in in de LessonUp.
Leg daarna je telefoon omgekeerd op tafel.
Pak ook een pen, schrift en je lesboek.
Slide 3 - Tekstslide
Doel en planning
Doel van de les:
aan het einde van de les kun je het naamwoordelijk gezegde in een zin vinden.
Planning van de les:
- korte herhaling zinsdelen
- uitleg naamwoordelijk gezegde
- oefeningen maken
Slide 4 - Tekstslide
Noteer in je schrift
Hoe vind je:
pv
wg
ow
lv
mv
bwb
Slide 5 - Tekstslide
Noteer in je schrift
Hoe vind je:
pv (tijd- of getalproef)
wg (alle ww in een zin)
ow (wie/wat + wg)
lv (wat/wie + wg +ow)
mv (aan wie/ voor wie + wg + ow + lv)
bwb (plaats, tijd, reden, prullenbak)
Slide 6 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde
Zegt iets over wat iets of iemand
IS
- werkwoordelijk deel (koppelwerkwoord)
&
- naamwoordelijk deel
(de eigenschap)
Er is hierbij nooit een lijdend vw!!
Werkwoordelijk gezegde
Zegt iets over wat iets of iemand
DOET
bestaat uit
alle werkwoorden uit de zin
Slide 7 - Tekstslide
Koppelwerkwoorden
:
zijn
worden
blijven
blijken
lijken
schijnen
ZWaBBeLS
heten
dunken
voorkomen
Slide 8 - Tekstslide
werkwoordelijk gezegde
<->
naamwoordelijk gezegde
Je moet bij
elke
zin kiezen tussen een ng OF een wg.
Ze zitten nooit allebei in de zin.
Werkwoordelijk gezegde:
het onderwerp
doet
iets --> alle werkwoorden in de zin .
Naamwoordelijk gezegde:
het onderwerp
is
iets --> alle werkwoorden + de ZN of BN
Slide 9 - Tekstslide
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Katrien is moe.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 10 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Ze heeft hard gewerkt.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 11 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Zij wil gaan slapen.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 12 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Zij dacht aan haar grote zachte bed met haar warme deken en haar grote hoeveelheid knuffels.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 13 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Later wordt Katrien slaapspecialist.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 14 - Quizvraag
Ontleden in de vaste volgorde
Zoek de PV
OW
WG of NG
LV
MV
BWB
Slide 15 - Tekstslide
De leerling is boos geworden.
Wat is de PV?
A
de leerling
B
is
C
boos
D
geworden
Slide 16 - Quizvraag
De leerling is boos geworden.
Wat is het OW?
A
De leerling
B
is
C
boos
D
geworden
Slide 17 - Quizvraag
De leerling is boos geworden.
Doet de leerling iets, of is de leerling iets?
A
doet iets!
B
nee, is iets!
Slide 18 - Quizvraag
De leerling is boos geworden.
Wat is het werkwoordelijk deel?
A
is
B
is boos
C
geworden
D
is geworden
Slide 19 - Quizvraag
De leerling is boos geworden.
Wat is het naamwoordelijk deel?
A
is boos
B
is boos geworden
C
boos
D
is geworden
Slide 20 - Quizvraag
De leerling is boos geworden.
Wat is het NG?
A
[boos] geworden
B
is [boos]
C
[is] geworden
D
is [boos] geworden
Slide 21 - Quizvraag
Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.
Wat is de PV?
A
voor veel leerlingen
B
blijft
C
grammatica
D
een moeilijk onderdeel.
Slide 22 - Quizvraag
Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.
Wat is het OW?
A
voor veel leerlingen
B
blijft
C
grammatica
D
een moeilijk onderdeel.
Slide 23 - Quizvraag
Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.
werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde?
A
werkwoordelijk
B
nee, naamwoordelijk!
Slide 24 - Quizvraag
Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
A
blijft
B
blijft [een moeilijk onderdeel voor veel leerlingen]
C
blijft [voor veel leerlingen]
D
blijft [een moeilijk onderdeel]
Slide 25 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Die ijverige Hendrik bleek de beste van de klas met wiskunde.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.
Slide 26 - Quizvraag
Noteer het NG van de zin
Die ijverige Hendrik bleek de beste van de klas met wiskunde.
Slide 27 - Open vraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Sophie bleef na de les nog even zitten.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.
Slide 28 - Quizvraag
Noteer het WG van de zin
'Sophie bleef na de les nog even zitten.'
Slide 29 - Open vraag
LAATSTE
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
De moestuin is een grote puinhoop geworden.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.
Slide 30 - Quizvraag
Noteer het NG van de zin
'De moestuin is een grote puinhoop geworden.'
Slide 31 - Open vraag
Ik ken het verschil tussen een DOE-zin en een ZIJN-zin.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 32 - Poll
Ik ken het verschil tussen een WG en een NG.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 33 - Poll
Ik kan een NG herkennen in een zin.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 34 - Poll
Ik kan zelf een zin met een NG bedenken.
Probeer het maar in je schrift!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 35 - Poll
Huiswerk
Maken opdracht 3 + 4 op blz. 61
+ nakijken
Bedenk: wat vind je nog lastig?
Slide 36 - Tekstslide
Welkom!
Telefoon in telefoontas?
Ga lekker zitten en pak je boek, schrift en pen.
Open je boek op blz. 92
Slide 37 - Tekstslide
Doel en planning
Doel van de les:
aan het einde van de les kun je onderscheid maken tussen naamwoordelijk gezegde en werkwoordelijk gezegde.
Planning van de les:
- oefenen, oefenen, oefenen
Slide 38 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Wat? opdracht 1 t/m 4 blz. 93
Tijd? 25 minuten ZF (ZS als niet voldoende rust)
Vraag? steek je vinger op
Klaar? lees de theorie op blz. 60 en 92 door
Ook klaar? ga lezen in je leesboek
timer
25:00
Slide 39 - Tekstslide
Bespreken
Slide 40 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
HV2O Naamwoordelijk gezegde
Juni 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Havo 2 Naamwoordelijk gezegde
30 dagen geleden
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
TH2H - naamwoordelijk gezegde + werkboek
Juni 2023
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Herhaling voor toets
November 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
25/11/2022 Brugklas Grammatica - naamwoordelijk gezegde
November 2022
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica ZD: WG en NG
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H.2 Naamwoordelijk gezegde
Januari 2023
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
H.2 Naamwoordelijk gezegde
April 2023
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3