ONO NE 1 BK Blok 4 spelling 19 t/m 23

Nakijken spelling 
opdracht 19 t/m 23
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nakijken spelling 
opdracht 19 t/m 23

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 19
1 antwoordt
2 voedt
3 kart
4 slacht
5 vindt
6 luidt
7 giet
8 rot
9 houdt
10 wordt

Slide 2 - Tekstslide

Alles goed gemaakt?
JA
NEE, enkele foutjes
NEE, veel foutjes

Slide 3 - Poll

Opdracht 20 
1 verhaart
2 liggen
3 beantwoordt
4 reist
5 stookt
6 likken
7 komen
Jordi vergat de tentstokken.


Slide 4 - Tekstslide

Alles goed gemaakt?
JA
NEE, enkele foutjes
NEE, veel foutjes

Slide 5 - Poll

Opdracht 21
1 kiez, ik kies                       
2 verv, ik verf
3 niez, ik nies
4 blijv, blijf
5 kuss, ik kus
6 bluff, ik bluf


Slide 6 - Tekstslide

7 gelov, ik geloof
8 wijz, ik wijs
9 bev, ik beef
10 reiz, ik reis
11 prijz, ik prijs
12 brek, ik breek

Slide 7 - Tekstslide

Alles goed gemaakt?
JA
NEE, enkele foutjes
NEE, veel foutjes

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 22
1 Ik kies voor de blauwe slingers op mijn verjaardag.
2 Ik verf mijn nieuwe fietskrat helemaal groen.
3 Ik nies al de hele dag door die stomme hooikoorts.
4 Ik blijf wel op je wachten na school.
5 Jij kust je vriendje elke dag.
6 Jij bluft bij de leraar over je huiswerk.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 22
7 Jij gelooft in het Nederlands elftal.
8 Jij wijst de beste spelers aan voor het voetbalteam.
9 Hij beeft helemaal van de schrik.
10 Zij reist wel eens alleen met de trein.
11 Hij prijst de leerling om het goede cijfer.
12 Zij breekt de appel doormidden.

Slide 11 - Tekstslide

Alles goed gemaakt?
JA
NEE, enkele foutjes
NEE, veel foutjes

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 23
1 De kabouter paste makkelijk in mijn mouw.
2 In augustus trouwt mijn zus.
3 Het eten is een beetje flauw, er moet meer zout over.
4 De toeschouwers gaven een groot applaus.
5 De pauw vatte in de lente bijna kou.

Slide 14 - Tekstslide

opdracht 23
6 De inhoud van dit pakket is nauwkeurig gecontroleerd.
7 Mijn ouders onthouden altijd wanneer ik naar bed moet.
8 In de pauze at ik een augurk.
9 Toen hij zijn schouder brak, kreeg hij het benauwd.
10 De vrouw roerde in de heerlijke saus.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 24
1 Bijvoorbeeld: gebouw, aula, wenkbrauw, enkelvoud.
2 Je hoort bijvoorbeeld: blauw, goud, automaat, oerwoud.
3 Bijvoorbeeld: De automaat in de hal is helemaal blauw.
4 Bijvoorbeeld: In het oerwoud vind je meestal geen goud.
5 Eigen antwoord.

Slide 16 - Tekstslide

Dictee

Slide 17 - Open vraag

Opdracht 25 Dictee
1 De kabeljauw was helaas nog helemaal rauw.
2 Wil jij die blauwe theedoek opvouwen?
3 Help nou even mee met sjouwen.
4 De bouwvakker maakte het touw stevig vast.
5 Ik snauw wel eens per ongeluk naar jou.
6 Met zijn klauw kan een kat zich goed vasthouden.
7 Als je in de rouw bent, draag je vaak grauwe kleren.
8 ‘Ik lust geen lauwe soep, mevrouw’.
9 De gouden zonnestralen schijnen op de dauwdruppels.
10 Toen je uitschoot met de strijkbout, riep ik: ‘au!’

Slide 18 - Tekstslide

Alles goed gemaakt?
JA
NEE, enkele foutjes
NEE, veel foutjes

Slide 19 - Poll

verder werken aan Over Taal 
huiswerk 

Slide 20 - Tekstslide