P.2 Herhaling LJ 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Nederlands

Dinsdag 12-03

3e lesuur 09.45 - 10.30

Programma

1. Lezen
2. Uitleg 
3. Aan de slag 
4. Nabespreken 
5. Afsluiten 

Vandaag oefen je met zinsdelen.

Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp.

In elke zin zitten werkwoorden

Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.

Een persoonsvorm is een werkwoord
Elke zin heeft een persoonsvorm

Persoonsvorm

• Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm.
• Als je de zin van enkelvoud naar meervoud verandert of andersom, verandert de persoonsvorm.
• Maak een ja-nee-vraag van de zin. De persoonsvorm staat dan vooraan. 

 Werkwoordelijk gezegde

• Het werkwoordelijk gezegde is een zinsdeel.
  
• Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.
  
• De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
  
• Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp ‘doet’ of ‘overkomt’.

Let op: het woordje te of de woorden voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde! Ook 'aan het' hoort erbij. 

• Ik heb veel te doen.
  

--> werkwoordelijk gezegde: heb te doen

Ik ben aan het fietsen. WG = ben aan het fietsen

Werkwoordelijk gezegde (wwg)

Huiswerk 

voor donderdag 14 maart 3e lesuur

NL: M: Opdr 1t/m6 op de iPad.

Cursus 5. P.2

Aan de slag

Maak nu zelf online de opdrachten 1 t/m 4. 

Ben je klaar? Steek dan je vinger op. 

Eens kijken hoe het gegaan is. 

apps.noordhoff.nl

Extra tijd?

Maak nog twee opdrachten af op je iPad. Heb je al t/m opdr.6 gemaakt? Dan mag je iets voor jezelf doen. 

Dat was het weer voor vandaag!

Tot straks bij coachuur!