Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Perfectum en imperfectum - Les 2 de regels
perfectum en imperfectum
de regels
hebben of zijn?
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
ISK
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
perfectum en imperfectum
de regels
hebben of zijn?
Slide 1 - Tekstslide
DOEL VAN DE LES
Je leert de regels van het imperfectum en het perfectum.
Je leert wanneer je hebben of zijn moet gebruiken.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
de regels van het perfectum en het imperfectum
hebben of zijn?
zelf oefenen
Slide 4 - Tekstslide
uitleg
Imperfectum en Perfectum - de regels
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Goed nieuws!
Er zijn verschillen tussen de perfectum en de imperfectum, maar in de praktijk kun je vaak beiden gebruiken.
Nederlands is erg flexibel hierin, veel flexibeler dan veel andere talen.
Slide 10 - Tekstslide
Uitzondering
Alle onregelmatige werkwoorden.
Slide 11 - Tekstslide
Nu jullie..
Slide 12 - Tekstslide
Katinka heeft de boodschappen naar oma .....................
A
gebrengt
B
gebracht
C
brengde
D
brachtte
Slide 13 - Quizvraag
We hebben een uur naar de telefoon ......................
A
gezoekte
B
zoekten
C
zochten
D
gezocht
Slide 14 - Quizvraag
De docent ....................... de hele tijd door.
A
praatte
B
gepraatte
C
prachte
D
geprachte
Slide 15 - Quizvraag
De paarden ..................... netjes in de rij.
A
loopten
B
liepten
C
gelopen
D
liepen
Slide 16 - Quizvraag
Heeft Ajax nu wéér een wedstrijd ......................?
A
verloor
B
verliesde
C
geverloorde
D
verloren
Slide 17 - Quizvraag
Perfectum met hebben of zijn
Het perfectum maak je met
hebben
of
zijn.
Ik
heb gekookt.
Jij
hebt gekookt.
Hij
heeft gekookt.
Wij
hebben gekookt.
Ik
ben
naar huis
gefietst.
Jij
bent
naar huis
gefietst.
Zij
is
naar huis
gefietst.
jullie
zijn
naar huis
gefietst.
Slide 18 - Tekstslide
hebben of zijn?
hebben
beweging, niet van A naar B
Ze
heeft
in het
park gelopen.
Hij
heeft
de
hele dag geskied.
zijn
beweging van A naar B
Ze
is
naar huis gelopen.
Hij
is
van de
trap gevallen.
Slide 19 - Tekstslide
hebben of zijn?
hebben
Actief
Zij
heeft
getekend.
wij
hebben
gekookt.
zijn
Passief
Hij
is
getekend.
De rijst
is
gekookt.
Slide 20 - Tekstslide
hebben of zijn?
zijn
Verandering
Mijn hond
is
gegroeid.
Ik
ben
opgestaan.
De dag
is
begonnen.
Slide 21 - Tekstslide
hebben of zijn?
hebben
Reflectief verbum
Hij
heeft
zich geschoren.
Je
hebt
je vergist.
Slide 22 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Slide 23 - Tekstslide
Maak de oefeningen
Samenwerken mag!
We overleggen in het Nederlands!
timer
20:00
Klaar?
- Zebra huiswerk
- Dictee leren
- werkwoorden leren
Slide 24 - Tekstslide
Volgende week
pronomen
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Perfectum en imperfectum - Les 2 de regels
10 dagen geleden
- Les met
25 slides
NT2
ISK
Perfectum en imperfectum - Les 1 de vorm
September 2024
- Les met
20 slides
NT2
ISK
Perfectum en imperfectum - Les 1 de vorm
10 dagen geleden
- Les met
20 slides
NT2
ISK
verleden tijd: perfectum en imperfectum
Juni 2023
- Les met
16 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
Voltooid verleden tijd- het pefectum
Mei 2024
- Les met
27 slides
NT2
Beroepsopleiding
3.2 deel2 Imperfectum
April 2024
- Les met
44 slides
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Perfectum en Imperfectum
Februari 2023
- Les met
11 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4.3 De deponente werkwoorden
Januari 2024
- Les met
24 slides
Latijn
Secundair onderwijs