verleden tijd: perfectum en imperfectum

verleden tijd: perfectum en imperfectum

Wat is juist?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

verleden tijd: perfectum en imperfectum

Wat is juist?

Slide 1 - Tekstslide

Katinka heeft de boodschappen naar oma .....................
A
gebrengt
B
gebracht
C
brengde
D
brachtte

Slide 2 - Quizvraag

We hebben een uur naar de telefoon ......................
A
gezoekte
B
zoekten
C
zochten
D
gezocht

Slide 3 - Quizvraag

De docent ....................... de hele tijd door.
A
praatte
B
gepraatte
C
prachte
D
geprachte

Slide 4 - Quizvraag

De paarden ..................... netjes in de rij.
A
loopten
B
liepten
C
gelopen
D
liepen

Slide 5 - Quizvraag

Heeft Ajax nu wéér een wedstrijd ......................?
A
verloor
B
verliesde
C
geverloorde
D
verloren

Slide 6 - Quizvraag

Mijn oma ..................... de arme man een boterham.
A
gave
B
gegave
C
gaf
D
gaaf

Slide 7 - Quizvraag

De journalisten zijn gelijk naar het ongeluk ......................
A
gereden
B
gerijden
C
gereedt
D
rijdden

Slide 8 - Quizvraag

De verdachten ....................... voor de rechter.
A
zwegen
B
zwagen
C
zwijgen
D
zwogen

Slide 9 - Quizvraag

De dokter .......................... naar de stad waar het ziekenhuis sond.
A
verhuiste
B
verhuizde
C
verhuisde
D
geverhuiste

Slide 10 - Quizvraag

De jongens ....................... de bal naar elkaar over. (gooien)

Slide 11 - Open vraag

Jij bent dit jaar nog niet naar de bioscoop ..................... (zijn)

Slide 12 - Open vraag

Mijn dochter ..................... vroeger nooit melk. (drinken)

Slide 13 - Open vraag

Toen jullie jong ...................... was er nog geen internet. (zijn)

Slide 14 - Open vraag

Het vliegtuig .......................... ruim twee uur te laat. (landen)

Slide 15 - Open vraag

Het vliegtuig .......................... ruim twee uur te laat. (landen)

Slide 16 - Open vraag