Hst 10 herhaling

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Een cilinder heeft een diameter van 18 cm en een hoogte van 24 dm.
Wat is de inhoud?

1. 6104,16 cm
2. 24.416,64 cm
3. 61.041,60 cm

250 ml =

1. 2,5 liter
2. 25 liter
3. 0,25 liter

Hst 10 Cirkels en cilinders

Doel

Je ontdekt wat je al kent van de lesstof hst 10

Hoe ver staan de benen van de passer uit elkaar? De diameter van de cirkel is 8 cm

1. 8 cm
2. 4 cm
3. 16 cm
4. 3 cm

De omtrek van een cirkel met een diameter van 6 cm is.
Gebruik:

diameterXπ

1. 1,88 cm
2. 18,84 cm
3. 28,26 cm

De omtrek van een cirkel met een straal van 7 cm
Gebruik:

diameterXπ

1. 21,98 cm
2. 43,96 cm
3. 153,86 cm

Een cilinder heeft een straal van 4,5 cm en een hoogte van 11 cm
Wat is de inhoud?
Gebruik:

straal​2​​XπXhoogte

1. 699,44 cm3
2. 408,87 cm3
3. 222,75 cm3

De opp. van een cirkel met een straal van 6.5 cm
Gebruik:

straal​2​​Xπ

1. 40,82 cm
2. 18,84 cm
3. 132,67 cm

Een cilinder heeft een diameter van 4 dm en een hoogte van 12 dm
Wat is de inhoud?
Gebruik:

straal​2​​XπXhoogte

1. 602,88 dm
2. 50,24 dm
3. 150,72 dm

12 cl =

1. 120 ml
2. 1,2 ml
3. 1200 ml

1,7 liter =

1. 1,7 cl
2. 170 cl
3. 17 cl

8,4 dm3 =

1. 8,4 dl
2. 840 dl
3. 84 dl

550 cm3 =

1. 55 dl
2. 5,5 dl
3. 0,55 dl

60 cl =

1. 0,6 dm3
2. 0,06 dm3
3. 6 dm3

Welke twee ruimtefiguren herken je?

1. rechthoek en vierkant
2. balk en vierkant
3. Balk en Kubus
4. Prisma en Bol

8,1 liter =

1. 8100 cm3
2. 810 cm3
3. 81000 cm3

Wat is de inhoud van dit figuur?

1. 64
2. 32
3. 190
4. 192

Welke figuren herken je?

1. kubus en balk
2. balk en prisma
3. Prisma en kubus
4. kegel en cilinder

Ga aan de slag met het leren van de leerstof van hst 9