10-5 Voca + quiz + p.c. présentation

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Programme

récapitulation

nakijken le bilan

voorbereiden toets

Le programme d'aujourd'hui:

• La présentation 
• Explication grammaire - passé composé 
• Pratiquer le vocabulaire B
• Test vocabulaire volontaire
• Travailler présentation

Le but: à la fin de ce cours:

• Je connais le vocabulaire B
• Je comprends le passé composé 
• J'ai écrit quelques phrases pour ma présentation

PASSÉ COMPOSE

Voltooid tegenwoordige tijd

Verleden tijd:

Ik heb gegeten

Jij hebt gedaan

Wij hebben gedanst

Le passé composé

Wat zie je? 

Ik heb gegeten

Jij hebt gedaan

Wij hebben gedanst

Le passé composé

Wat zie je: 

Ik heb gegeten

Jij hebt gedaan

Wij hebben gedanst

Bestaat uit 2 delen

Le passé composé

Wat zie je: 

1) hulpwerkwoord (avoir)               2) voltooid deelwoord

PRESENT (=tegenwoordige tijd)

Ik heb gegeten

Jij hebt gedaan

Wij hebben gedanst

Bestaat uit 2 delen

Le passé composé

Hoe maak je die?

Passé composé maken

De passé composé maak je door :
een vorm van "avoir" (hebben)
(in de tegenwoordige tijd)
+
voltooid deelwoord 

Hoe maak je het voltooid deelwoord?

Regelmatig werkwoord op -er:

-er + é.

Porter -er = port- + é : porté 
Parler -er = parl- + é:  parlé

Stappenplan

stap 1	stap 2	stap 3	stap 4
Pers. voornaamwoord Eigennaam Onderwerp	Bepaal de vorm van het hulp-werkwoord (avoir) (afhankelijk van pers. vnw)	Maak het voltooid deelwoord (-er + é )	vertaling

Passé composé

adorer in de passé composé:

j'

tu

il/elle/on
nous

vous
ils/elles

vorm van avoir

ai

as

a

avons

avez

ont

voltooid deelwoord

adoré

adoré

adoré
adoré
adoré
adoré

ik heb gekeken

jij hebt gekeken
hij/zij/men heeft gekeken
wij hebben gekeken
u heeft/ julliehebben gekeken

zij hebben gekeken

Even oefenen

Il ........... (porter) un jean bleu
J'........(habiter) à Voorburg

Nous.....(adorer) la pizza

Mes amis....... (jouer) au jeu vidéo

Apprend le vocabulaire B

Pratiquer vocabulaire B

Doel: schrijf zoveel mogelijk woorden op.
Ik dicteer de woorden één voor één in het Nederlands.

Schrijf de Franse vertaling op, 30 seconden per woord.
Je mag overleggen in je groep, IEDEREEN doet mee!
Aan het eind schrijft per team één groepslid alle gevonden woorden op het bord.

Wie heeft de meeste woorden? 

• Leer voca B (WRTS/Quizlet/opschrijven/overhoren)
• Maak de proeftoets die ik heb gemaakt (vragen aan mij)
• Werk aan la présentation (tache F als je het niet meer weet)
• Parafen halen
• Werk aan je taches

le prochain cours:

Le passé composé
Travailler présentation