Arm en Rijk Hst 1 Par 3

Rijk en Arm?
Par 3:
Sociale ongelijkheid
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rijk en Arm?
Par 3:
Sociale ongelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid


Verschillen in welvaart en welzijn tussen mensen

* geen drinkwater

* slecht onderdak

* nauwelijks school

Slide 2 - Tekstslide

Is er in Nederland ook sociale ongelijkheid?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag


werken in de formele sector

vast werk
betalen belasting
krijgen maandelijks vast loon

Slide 4 - Tekstslide

werken in de informele sector
(meestal arme landen)
geen vast werk
niks officieel vastgelegd
meeste mensen wonen in krottenwijken
inkomsten wisselvallig
ziek? geen geld
kinderarbeid!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Welke uitspraak over Sidet in de video is juist?
A
Sidet verzamelt flesjes, zo kan hij zijn zakgeld aanvullen
B
Sidet gaat niet naar school maar leeft boven de armoedegrens door zijn geld met flesjes ophalen
C
Sidet woont heel simpel en moet geld inzamelen voor het gezin
D
Sidet woont in Cambodja. Hij moet na school geld ophalen, zo krijgt hij zakgeld

Slide 7 - Quizvraag

Regionale ongelijkheid
*De verschillen tussen rijke en arme gebieden binnen een land. 

Kijk naar de kaartjes van NL. Tussen en in provincies zijn er verschillen

Slide 8 - Tekstslide

Is er in Nederland ook regionale ongelijkheid?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Werk en beroepsbevolking

Slide 10 - Tekstslide

Nu in de les..
Maak op blz 9+10
  • Opdracht 1 t/m 3


timer
20:00000

Slide 11 - Tekstslide

1e, landbouw of primaire sector
Boeren, vissers, mijnwerkers etc. 

In arme landen zijn deze bedrijfjes klein en zelfverzorgend

Slide 12 - Tekstslide

2e, industrie of secundaire sector

Werk in (chemische) fabrieken

In Zuid-Limburg is DSM een mooi voorbeeld van de secundaire sector

Slide 13 - Tekstslide

3e, diensten of tertiaire sector

Dienstverlening, banken, onderwijs, zorg, bedrijven etc

De meeste mensen werken in de dienstensector (zowel arme als rijke landen)



Slide 14 - Tekstslide

In arme landen werken heel veel mensen in de landbouw. Ze zijn zelfverzorgend en krijgen een klein beetje winst door op de plaatselijke markt iets te verkopen. 
In Nederland is de landbouw sector, de kleinste sector. De boeren die er zijn (10.000) zijn vaak grote landbouwbedrijven en winstgevend. 

Slide 15 - Tekstslide

In welk land is de sociale ongelijkheid het grootst?
A
land A
B
Land B
C
Land C
D
Ik heb geen idee

Slide 16 - Quizvraag

Hoe rijker een land, hoe minder mensen in de primaire sector werken.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Hoe armer een land, hoe meer mensen in de secundaire sector werken.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen formele en informele sector?

Slide 19 - Open vraag

Nu in de les..
Maak op blz 10+11
  • Opdracht 5+7+8


timer
20:00000

Slide 20 - Tekstslide