Desem, les 1 (nieuw)

Desem
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Desem

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van desem?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is desem?
Desem is een voordeeg op natuurlijke basis. Dat wil zeggen: een voordeeg met wilde gisten, bacteriën en zuren. Samen zorgen ze voor de fermentatie en de smaak van het brood.

Tijdens de fermentattie doen de bacteriën en wilde gisten hun werk. Ze zetten de koolhydraten (suikers) in de bloem of in het meel om naar CO2, alcohol en zuren. De CO2 is met name bij het rijzen belangrijk. De zuren zorgen voor smaak. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starten en onderhouden
Water en meel/bloem/rogge mengen, laten rijzen.
Bacteriën worden actief, en verzuren het mengsel.
Wilde gisten worden actief en ontwikkelen, suiker wordt omgezet in koolzuurgas en alcohol, fermentatie. 
Micro-organismen leven en hebben voeding nodig, dan worden ze actief. 
Meestal na een week bruikbaar.

voor het onderhouden ververs je 1x per week, een dag voor gebruik nogmaals verversen.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar om te bakken

Elke keer wanneer je de desem voedt en laat rijzen, gaat de desem door verschillende fasen: jong, volwassen en rijp. De snelheid waarmee dit gaat hangt af van de temperatuur en de hoeveelheid starter die je toevoegt. Het hangt ook af van de leeftijd van de desem. Een jonge desem heeft meer tijd nodig dan een desem die al wat ouder is.
Als je een desem na het doorstarten in de rijskast wegzet gaat het sneller, omdat het daar warm is. Heeft de desem een paar dagen in de koelkast gestaan, dan zul je deze soms meerdere keren moeten doorstarten. Doe dit net zo lang totdat de desem rijp en actief is. Er zijn dan genoeg micro-organismen in de desem om het brood te laten rijzen. De desem is dan klaar voor gebruik.

Een desem is een tot twee dagen actief om zonder hulp van bakkersgist het brood tot het juiste volume te laten rijzen. Daarna zul je de desem weer moeten doorstarten. De drijftest is een handig hulpmiddel om te bepalen of je desem actief is.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderhouden
Op vakantie: blijft belangrijk om door te starten, elke drie dagen. Zorg er dan voor dat er gasbelletjes te zien zijn voordat de desem in de koelkast gaat. De bacteriën blijven dan actief genoeg. Bij een desem die onregelmatig wordt onderhouden varieert de fermentatiesnelheid.
Als je de desem onregelmatig voedt of veel te snel achter elkaar doorstart, kunnen er ook ongewenste bacteriën ontstaan die de desem vervuilen. Als de geur van de desem verandert en onprettig wordt (het ruikt dan een beetje naar natte hond, vieze dweil, nagellakremover of ammoniak), dan bevat de desem waarschijnlijk bacteriën die er eigenlijk niet in thuishoren. De desem is dan grijs of grauw van kleur en bevat zwarte stippen. 
Een oude desem ontstaat als je desem langere tijd (bijvoorbeeld twee of drie weken) niet meer hebt gevoed. Er kan dan een laagje donker vocht op het oppervlak verschijnen. Dit wordt de hoodge genoemd. Hierin is de pH-waarde erg laag. Het beschermt de desem tegen vervuiling. Als je de desem wilt doorstarten, giet je de hoodge er eerst af en daarna start je een aantal keren door. Let op: het duurt een aantal dagen en voedingen om weer op het oude niveau van smaak en fermentatie te komen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Doel van desembereiding
Bij het maken of activeren van een desem moet een massa ontstaan die voldoende micro-organismen bevat die CO2 kan produceren. Om dit te bereiken moet er een natuurlijke selectie in de microflora plaatsvinden. De CO2 producenten moeten zich kunnen ontwikkelen, terwijl de minder gunstige soorten moeten afsterven. In een desem ontstaat door de fermentatieprocessen een bepaald aroma als bijproduct. De smaak en geurstoffen waar het daarbij om gaat, maken desem producten uniek.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van desembereiding
  • Zuur-vormende bacteriën.    Melkzuurbacteriën meest gewenste bacterie. In een lichtzuur milieu kunnen gisten goed gedijen.
  • Gewenste gisten 
Afhankelijk van temperatuur, vocht, pH en aanwezige gisten. Doel is het produceren van gassen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melkzuurbacterien
De melkzuurbacteriën kunnen we verdelen in 2 verschillende groepen. Deze zijn beide in het deeg aanwezig (eventueel in combinatie), maar hebben verschillende eigenschappen;

  • heterofermentatieve melkzuurbacteriën;
produceren naast melkzuur ook alcohol.
in aanwezigheid van onder andere fructose, zuurstof en citraten, wordt buiten ethanol ook azijnzuur gevormd.
optimale productie tussen de 20°C en 30°C.
  • homofermentatieve melkzuurbacteriën;
produceren uitsluitend melkzuur.
optimale productie boven de 30°C.

Slide 10 - Tekstslide

Om desembrood te kunnen maken moet er eerst een desem worden gemaakt. Dit wordt ook wel een ‘starter' genoemd. De eerste keer dat er een desem wordt gemaakt, moet de ‘fermentatie' worden opgestart. Fermentatie bestaat uit een aantal onderdelen. Op de eerste plaats moet er voedsel worden vrijgemaakt om omgezet te kunnen worden in koolzuurgas en alcohol. Het vrijmaken van voedsel vindt op dezelfde manier plaats als in ‘normaal' gistdeeg, namelijk door de in tarwe aanwezige enzymen. Dat gebeurt in de volgende stappen:

zetmeel → dextrinen → maltose → glucose.

De gevormde glucose kan worden omgezet door de melkzuurbacteriën in koolzuurgas en alcohol.
Wat is het unieke bij gebruik van eigen desem?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat produceren heterofermentatieve melkzuurbacteriën?
A
Melkzuur
B
Alcohol
C
Azijnzuur
D
Zuurstof

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verhouding melkzuur/azijnzuur

In een goede desem is de verhouding melkzuur/azijnzuur ongeveer 75 à 85% melkzuur en 15 à 25% azijnzuur.
Deze verhouding kan worden gestuurd door de temperatuur bij de fermentatie in de gaten te houden.

Bij fermentatie op een lagere temperatuur (< 30ºC) worden meer heterofermentatieve melkzuurbacteriën ontwikkeld dan homofermentatieve melkzuurbacteriën. Dit wil zeggen dat er in het deeg naast melkzuur ook meer azijnzuur gevormd gaat worden.
Bij fermentatie op een hogere temperatuur (> 30ºC) neemt het aantal homofermentatieve melkzuurbacteriën toe en zal er meer melkzuur gevormd worden dan azijnzuur.
De vorming van azijnzuur en melkzuur bepaalt de smaak van je brood. Temperatuurbeheersing is daarom erg belangrijk bij het fermenteren van je desem.
Door ervaring leer je onder welke omstandigheden de meest wenselijke smaak zich in de desem ontwikkelt. Per productgroep kan een bepaalde smaak worden nagestreefd.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Azijnzuur is belangrijk voor:
A
de conservering.
B
het broodaroma.
C
de malsheid.
D
de glutenversteviging.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aroma
  • Azijnzuur
 Azijnzuur kan een overheersende prikkelende zure smaak veroorzaken. Teveel azijnzuur geeft direct smaakafwijkingen. Bij zware broodsoorten is een wat hogere concentratie wenselijk.
Zodra de hoeveelheid azijnzuur onder de 20% komt, wordt de broodsmaak te neutraal. De juiste hoeveelheid azijnzuur geeft duidelijk body aan het broodaroma.
  • Melkzuur
Dit zuur zorgt voor de typische lichtzure smaak en een goed aroma.

Slide 15 - Tekstslide

De geur- en smaakcomponenten uit de kruim en de korst zorgen voor het broodaroma. Aroma is alleen waar te nemen door gelijktijdig de zintuigen smaak en reuk te gebruiken. De kruimgeur en de in de korst gevormde aromatische verbindingen zorgen samen met de alcoholen, zuren en esters ontstaan tijdens het rijsproces, voor het broodaroma.
Welke zuur geeft bij een te veel een smaakafwijking?
A
Azijnzuur
B
Melkzuur

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een goede desem
  •  ruikt friszuur 
  • een gladde en gas-rijke massa is;
  • vóór op de tong licht azijn-zurig proeft;
  • achter op de tong aromatische melk-zurig proeft;
  • geen overheersende smaakindruk van azijnzuur in de mond achterlaat;
  • niet naar een andere zuur smaakt;
  • geen onaangename bijsmaak heeft.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de gewenste pH-waarde van een desem?
A
pH van 3,9 tot 4,3.
B
pH van 4,7 tot 5,1.
C
pH van 4,3 tot 4,7.
D
pH van 3,5 tot 3,9.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Get to work!
Canvas desem les 1
Magazine 
  • voordegen op desem
    Theorieopdracht
  • voordegen op desem

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies