EHBO: brandwonden, SHOCK, oogverband

EHBO week 6
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

EHBO week 6

Slide 1 - Tekstslide

EHBO
Na deze les 
  • Wanneer 112 gebeld moet worden bij brandwonden
  • weet je wat shock is en hoe te handelen 
  • Oogverband aanbrengen

Slide 2 - Tekstslide

Oorzaken
  • Vuur = bijvoorbeeld vlam in de pan
  • Hitte = bijvoorbeeld heet oppervlak (oven) of heet water
  • Wrijving = bijvoorbeeld schuren over een wegdek
  • Straling = bijvoorbeeld van de zon of bij bestraling
  • Chemisch = bijvoorbeeld bijtende schoonmaakproducten

Extreme kou heeft hetzelfde effect = noem je een vrieswond

Slide 3 - Tekstslide

Brandwonden
                                                                      - Eerstegraads verbranding      
                                                                 - Tweedegraads brandwond
                                                              - Derdegraads brandwond

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende graden brandwonden
1ste graad                          2de graad                            3de graad

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bel 112 bij brandwonden aan..
  • Luchtwegen (te veel rook inademen)
  • Gezicht, oren, handen, voeten, gewrichten of geslachtsdelen
  • Volledige nek, romp of ledematen (rondom)
  • Bij twijfel van ernst of diepte van de brandwond.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer hoef je GEEN hulp in te schakelen?
A
Als het een volwassene is van 62 jaar met een brandwond
B
Als de schouders door de zon 1e graads verbrand zijn
C
Als een peuter een hete oven aanraakt en blaren op zijn handen heeft
D
Als er hete dampen worden ingeademd

Slide 16 - Quizvraag

De behandeling van wonden hangt af van het soort wond.
Er zijn verschillende manieren om infectie van een wond te voorkomen. Welke manier is NIET juist?
A
Een wond reinigen met schoon leidingwater
B
Het gebruiken van desinfecterende middelen
C
Een wond direct afplakken
D
Hygiënisch werken bij het verbinden

Slide 17 - Quizvraag

Wat is shock?
  • Door een te lage bloeddruk ontstaat shock. De EHBO'er kan voorkomen dat het erger wordt.
  • Shock kan lijken op een flauwte, maar bij een flauwte komt het slachtoffer snel weer bij. 
  • Een shock kan direct na een ongeval optreden, maar ook enige uren daarna. 

Slide 18 - Tekstslide

Oorzaak:
Actieve inwendige 
of uitwendige bloeding

andere oorzaken:
  1. slecht functioneren van het hart
  2. brandwonden
  3. uitdroging
  4. vergiftiging
  5. zeer ernstige allergische reacties.

Slide 19 - Tekstslide

Herkennen van Shock

  • grauw/bleek
  • nagelbedden bleek
  • klam en zweet komt na     wegvegen niet terug
  • dorstig
  • oppervlakkige, snelle ademhaling en hartslag
  • angstig / onrustig

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Wat doe je
als eerste bij shock:
A
afdekken met deken
B
112 bellen
C
vitale functies controleren
D
iets te drinken geven

Slide 22 - Quizvraag

Een cliënt is door een ruit gevallen. Zij heeft verschillende snijwonden. Haar rechterbovenarm bloedt hevig.

Welke eerste hulp verleen jij?
TIP
Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Je laat de cliënt op een stoel zitten.
B
Je legt een wonddrukverband aan als dat mogelijk is en schakelt deskundige hulp in.
C
Als het kan, leg je het getroffen lichaamsdeel hoog.
D
Als er een voorwerp uit de wond steekt, haal je dat eruit.

Slide 23 - Quizvraag

Het slachtoffer heeft ondertussen behoorlijk wat bloed verloren en ziet bleek. Wat kan er gebeuren? Vul het juiste woord in.

Het slachtoffer kan in ......... raken.

Slide 24 - Open vraag

Soms moet je een slachtoffer met een wond naar een arts verwijzen.

Bij welke wonden verwijs je een slachtoffer door?
Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Een slachtoffer met een wond die erg vuil is
B
Een slachtoffer met een diepe snijwond
C
Een slachtoffer met een pijnlijke kleine brandwond
D
Een slachtoffer met een bijtwond op de hand

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Oogverband aanbrengen
  • Breng nooit een oogverband aan als er sprake is van doorboring (perforatie) van de oogbol. Dek het oog dan af met een hard plastic kapje.
  • Breng op voorschrift van de arts zo nodig eerst zalf aan in het oog of dien oogdruppels toe voordat je het oogverband aanbrengt.
  • De uiteinden van de pleisters komen in 1 punt samen op de wang en het voorhoofd. Zo kunnen de pleisters makkelijk los worden getrokken.
  • Plak de pleisters niet in de baardstreek en de behaarde hoofdhuid.
  • Het oogverband moet na 24 uur worden vervangen of verwijderd.
  • Het is belangrijk dat de cliënt het oog gesloten houdt onder het oogverband.
  • Sluit het verband niet volledig af met pleisters, zodat ventilatie mogelijk blijft.

Slide 27 - Tekstslide

Voorbereiding
  1. Pas handhygiëne toe.
  2. Laat de cliënt plaatsnemen op een stoel.
  3. Maak een schoon werkveld en zet daarop de benodigdheden binnen handbereik.
  4. Open de verpakking van het oogverband en laat het liggen in geopende verpakking.
  5. Knip 3 brede (of 5 smalle) stroken pleister en hang ze klaar.

Slide 28 - Tekstslide

Aanbrengen
  1. Leg het oogverband op het gesloten oog en houd het met één hand op zijn plaats.
  2. Breng met de andere hand een pleisterstrook verticaal (van voorhoofd naar wang) aan over het midden van de eyepad.
  3. Breng de overige pleisters links en rechts van de eerste pleister verticaal aan, zodat de onder- en bovenrand van het oogverband zijn afgedekt.
  4. Laat de punten van de pleisters bij elkaar komen op het voorhoofd en de wang.
  5. Maak eventueel plooitjes in de pleister.

Slide 29 - Tekstslide

aan de slag                                

Slide 30 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 31 - Woordweb