Week 49

Vandaag
- Stil lezen/fictiedossier
- In toetsopstelling zitten
- De opdracht
- De stellingen
- Aan de slag
- Nieuwsquiz

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
- Stil lezen/fictiedossier
- In toetsopstelling zitten
- De opdracht
- De stellingen
- Aan de slag
- Nieuwsquiz

Slide 1 - Tekstslide

Stil lezen
Je leest in je boek of werkt verder aan je fictiedossier. 

Dat doe je in stilte :) 

Slide 2 - Tekstslide

In toetsopstelling zitten
Zodra de timer afgelopen is, zit de hele klas in toetsopstelling en is het stil.
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

De opdracht
- Je tekst bestaat uit een: Inleiding, kern en slot.
- Bij het schrijven van je tekst, houd je rekening met de zes kenmerken van een goede tekst!
- Donderdag is je tekst af en neem je die uitgeprint mee naar de les.
- Bewaar de tekst goed, want je hebt hem nodig op de toets!

Slide 4 - Tekstslide

De stellingen
A: online anoniem posten moet onmogelijk gemaakt worden.
B: ouders moeten altijd alle online activiteiten van hun kinderen kunnen bekijken.
C: online pesten is subjectief en dus niet strafbaar.
D: het verbieden van het vuurwerk is een goed besluit.

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
- Je werkt voor jezelf aan je schrijfopdracht.
- Muziek mag.
- Je mag je iPad gebruiken, als ik zie dat je iets anders aan het doen bent, mag je je gaan melden en kom je vrijdagmiddag terug om dan aan de opdracht te werken. :)

Slide 6 - Tekstslide

Vandaag
Stil lezen
Elkaars teksten nakijken
Blackstory?

Slide 7 - Tekstslide

Stil lezen

Slide 8 - Tekstslide

Elkaars teksten nakijken
- Wissel je tekst met die van je buurman
- Pak je aantekening: De zes kenmerken van een goede tekst
- In hoeverre voldoet de tekst aan de kenmerken van een goede tekst? 
- Spelling? 
- Je schrijft minimaal drie tips en drie tops 



Slide 9 - Tekstslide

Veel voorkomende spelfouten
kwa - qua
Corona - corona
vuurwerk verbod - vuurwerkverbod
Je sluit je brief niet af met je naam, je schrijft de brief ook niet aan iemand
Vraagzinnen eindigen met een vraagteken

Slide 10 - Tekstslide