2.6 Het christendom in het Romeinse Rijk Tekstboek bladzijdes 44 t/m 46
Slide 1 - Tekstslide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Vraag van de paragraaf
Hoe reageerden de Romeinen op de komst van het christendom?
Slide 3 - Tekstslide
Geloven in één god
In de veroverde gebieden mocht de bevolking haar eigen goden blijven vereren.
Ook in de Romeinse provincie Judea hielden mensen hun eigen geloof: jodendom.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Geloven in één god
Bijzonder geloof, omdat: monotheïstisch geloof: geloven in één god.
Heilige boeken.
God zou de Joden een land geven: Israël.
Geloofden in een verlosser.
Slide 6 - Tekstslide
Het christendom
In de tijd van keizer Augustus leefde in Judea een Joodse man: Jezus van Nazareth.
Slide 7 - Tekstslide
Jezus van Nazareth
Vertelde aan de mensen dat ze menslievend, verdraagzaam, vergevingsgezind, vrijgevig en eenvoudig moesten zijn.
Hij vertelde ook over de hemel.
Slide 8 - Tekstslide
Het christendom
Sommige Joden zagen Jezus als de verlosser, gestuurd door God, en volgden hem.
Ze gaven Jezus de naam Christus (gezalfde)
Noemden zich christenen
Slide 9 - Tekstslide
Het christendom
Zo ontstond er een nieuw geloof: het christendom.
Sommige Joodse leiders vonden Jezus een onruststoker: bedreiging voor hun positie.
Slide 10 - Tekstslide
Het christendom
Ze klaagden over Jezus bij de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus.
Jezus werd gearresteerd en gekruisigd.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Het christendom
Christenen geloofden dat Jezus na zijn dood weer levend was geworden en daarna naar de hemel was opgestegen.
Slide 13 - Tekstslide
Het christendom
De eerste christenen schreven de verhalen over het leven en sterven van Jezus en zijn ideeen op in hun heilige boek: de Bijbel.
Slide 14 - Tekstslide
Het christendom
Christenen reisden door het Romeinse rijk om over hun geloof te vertellen.
Vooral bij de armen sloeg de boodschap van Jezus aan: uitzicht op een beter leven na de dood.
Slide 15 - Tekstslide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.
Slide 16 - Tekstslide
Heeft Jezus echt bestaan?
Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen (geschreven) bronnen zijn.
Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon.
Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).
Slide 17 - Tekstslide
Romeinen en het christendom
In het begin zagen de Romeinse bestuurders de christenen als een ongevaarlijke Joodse groep.
Dit veranderde toen steeds meer mensen zich bekeerden.
Daarbij weigerden christenen om de Romeinse keizer als god te vereren.
Het christendom werd verboden en de christenen vervolgd.
Slide 18 - Tekstslide
Vervolgingen
Onder keizer Nero begonnen (54 - 68).
Christenen werden gekruisigd, verbrand en voor de leeuwen gegooid.
Slide 19 - Tekstslide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.
Slide 20 - Tekstslide
Vervolgingen
Het aantal christenen nam toch toe.
Keizer Constantijn stopte in 313 met de vervolgingen.
Het christendom was weer toegestaan.
Slide 21 - Tekstslide
Constantijn de Grote
Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk.
Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan: kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft.
Hij won de veldslag en werd christen...
Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.
Slide 22 - Tekstslide
...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen.
Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen.
Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.
Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.
Slide 23 - Tekstslide
Keizer Constantijn
Liet kerken bouwen.
Benoemde christenen in bestuursfuncties.
Ging zelf ook als christen leven.
Na zijn dood werd het christendom steeds belangrijker.
Eind 4e eeuw verklaarde keizer Theodosius het christendom tot staatsgodsdienst: christendom was verplicht en andere geloven verboden --> geloven in meerdere goden mocht niet meer
Slide 24 - Tekstslide
Staatsgodsdienst
Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden.
Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote
Slide 25 - Tekstslide
Vraag van de paragraaf
Hoe reageerden de Romeinen op de komst van het christendom?
Slide 26 - Tekstslide
Huiswerk
Lezen paragraaf 2.6 Het Christendom in het Romeinse Rijk tekstboek bladzijdes 44 t/m 46
Maken van paragraaf 2.6 in je digitale Memo vraag 4 t/m 12