Extraheren werkt door het verschil in
oplosbaarheid. Als je een mengsel hebt van (vaste) stoffen waarvan , dan voeg je een
extractiemiddel toe waar de ene stof van het mengsel wel in oplost, terwijl de andere stof van het mengsel niet oplost.
Vaak gebruik je water als extractiemiddel, maar het kan ook een andere vloeistof zijn. Zout en suiker zijn bijvoorbeeld twee witte vaste stoffen die allebei oplossen in water, dus dan kun je de twee stoffen niet van elkaar scheiden door water toe te voegen. Als je echter alcohol toevoegt, dan zal suiker er wel in oplossen en zout niet. Zo kun je die twee stoffen van elkaar scheiden zonder water als extractiemiddel te gebruiken.
Na extraheren moet je altijd minstens één andere scheidingsmethode toepassen, omdat je anders nog steeds een mengsel hebt van de opgeloste stof, de niet-opgeloste stof en het oplosmiddel.