H5 serie en pararllel schakelingen

H5 serie en parallel schakelingen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeWOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5 serie en parallel schakelingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Totale weerstand serieschakeling
1
2
3

Slide 3 - Tekstslide

stroomsterkte en spanningserieschakeling
1
2

Slide 4 - Tekstslide

Vervangingsweerstand parallelschakeling
1
2

Slide 5 - Tekstslide

stroomsterkte en spanning Parallelschakeling
1
2

Slide 6 - Tekstslide

Om schakelingen te verduidelijken worden er overzichtelijke tekeningen gemaakt. Hoe noem je zo'n overzichtelijke tekening?
A
serieschema
B
parallelschema
C
schakelschema

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer is de Stroomsterkte constant?
Bij Serie of Parallel?
A
Een serieschakeling
B
Een parallelschakeling

Slide 8 - Quizvraag

De weerstanden in het schema hiernaast staan in:
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 9 - Quizvraag

Op hoeveel manieren kan de stroom rondlopen in een serieschakeling?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht 2
Bereken:
a. totale weerstand Rt
b. Totale spanning Ut
1. Gebruik de 4 stappen bij de berekeningen

2. Bereken eerst de totale weerstand R1,2 van R1 en R2 samen (serie)

3. Bereken dan de totale weerstand R3,4 van R3 en R4 samen (serie)

4. Bereken daarna met R1,2 en R3,4  de totale weerstand Rt van de hele schakeling (parallel)


Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 2a 
  1. R1 = 10Ω
                      R₂ = 20 Ω 
  2.  R1,2
  3.  R₁,₂=R₁ + R₂ 
  4.  R₁,₂=10 + 20
             Rt = 30 
  1. R3 = 30Ω              R4 = 40Ω  
  2.  R3,4
  3.  R3,4=R3 + R4  
  4.  R3,4=30 + 40       R3,4 = 70 

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 2a
  1. R1,2 = 30Ω              R3,4 = 70Ω  
  2.  Rt
  3.  1/Rt=1/R1,2 + 1/R3,4  
  4.  1/R3,4=1/30 + 1/70         1/R≈ 0,0476...       Rt = 21Ω

Slide 13 - Tekstslide

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 50 Ω
B
Rt = 150 Ω
C
Rt = 0,03 Ω
D
Rt = 33,3 Ω

Slide 14 - Quizvraag

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 30 Ω
B
Rt = 0,07 Ω
C
Rt = 14,3 Ω
D
Rt = 70 Ω

Slide 15 - Quizvraag

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 33 Ω
B
Rt = 30 Ω
C
Rt = 0,3 Ω
D
Rt = 3,3 Ω

Slide 16 - Quizvraag