In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 9, paragraaf 1 Een inkomen verdienen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 9.1
- Je weet hoe bedrijven waarde toevoegen;
- je kan berekenen hoeveel waarde bedrijven toevoegen;
- je weet weer wat het Bruto binnenlands product is.
Slide 2 - Tekstslide
Zelfstandig lezen:
- Toegevoegde waarde
- Bbp en inkomen
- Bbp en de welvaart
timer
7:00
Slide 3 - Tekstslide
Bedrijfskolom
De weg die een product aflegt van grondstof
tot eindproduct is voor te stellen met de
bedrijfskolom. -->
Tussen de schakels van een bedrijfskolom
bevindt zich een markt
Slide 4 - Tekstslide
Toegevoegde waarde
Slide 5 - Tekstslide
Waarde toevoegen
Detoegevoegde waarde(per product) is de verkooppprijs van het product min de ingekochte goederen en diensten die nodig waren om het product te produceren.
De totale toegevoegde waarde van het product is de optelsom van de toegevoegde waardes van de graanboer, meelfabriek, broodfabriek en de supermarkt.
De koper van het eindproduct betaalt uiteindelijk de totaal toegevoegde waarde
Slide 6 - Tekstslide
Bedrijfskolom
Bedrijfskolom
Bedrijfskolom van brood.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een bedrijfskolom?
Slide 8 - Tekstslide
Het loon, de pacht (huur), de rente, en de winst zijn primaire inkomens. Deze inkomens worden verdiend in het productieproces, met de inzet van de productiefactoren (?)
Slide 9 - Tekstslide
Toegevoegde waarde
Mensen die de productiefactoren ter beschikking stellen willen hier ook een beloning voor (mensen die bijvoorbeeld in een fabriek werken doen dit niet voor niks). Deze beloning zijn de primaire inkomens
De primaire inkomens worden betaald van de toegevoegde waarde van de verkochte goederen.
Het uiteindelijk overgebleven bedrag is winst
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Bbp en inkomen
BBP = Bruto Binnenlands Product
De totale toegevoegde waarde van alle producten in een land
Zonder illegale activiteiten (informele sector)
De waarde van de productie van alle bedrijven bij elkaar
Slide 12 - Tekstslide
Primaire inkomens
Loon
Huur - pacht
Rente
Winst
Worden verdiend door Productiefactoren;
Arbeid
Natuur
Kapitaal
Ondernemerschap
BBP per inwoner geen goede maatstaf:
alleen officieel geregistreerde productie (geen zelfvoorziening)
Is een gemiddelde. Zegt niets over verdeling.
Zegt niks over prijzen dus koopkracht in een land.
Tevredenheid verschillend bij dezelfde welvaart.
Slide 13 - Tekstslide
Als het reële bbp stijgt, spreek je van
'economische groei'
Slide 14 - Tekstslide
Vicieuze cirkel
- Arme landen hebben minder geld ter beschikking om te investeren in innovatie en scholing
- hierdoor raken ze nog verder achter op de meer ontwikkelde landen
- China en India zijn voorbeelden van landen die deze vicieuze cirkel doorbroken hebben en meer kunnen investeren
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Bbp, goede methode om de welvaart te meten?
Wel, omdat je een idee krijgt hoeveel er gemiddeld per persoon geproduceerd wordt
Niet, omdat:
1. Je geen goed idee krijgt hoe groot de groep met hoge en lage inkomens is
2. je geen zicht krijgt op de informele sector
3. je kunt met 1 omgerekende dollar in sommige landen meer kopen (koopkracht)
Slide 17 - Tekstslide
impact van Corona op economie
wat zien we nu gebeuren?
Wat kan overheid of centrale bank doen?
onrust, vertrouwen valt weg
wat is het gevolg?
wat is het gevolg?
Slide 18 - Tekstslide
impact van Corona op economie
wat zien we nu gebeuren?
Wat kan overheid of centrale bank doen?
onrust, vertrouwen valt weg
wat is het gevolg?
bestedingen en consumptie nemen af
wat is het gevolg?
bedrijven komen in financiele problemen, enz. recessie
overheid: vertrouwen door aan te geven dat er voldoende geld is
overheid: zelf besteden
CB: financiering verruimen
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Je hebt een kapotte BMW ingekocht voor 50.000 euro, je repareert de auto en verkoopt hem voor 70.000 euro. Je toegevoegde waarde is:
A
10.000 euro
B
20.000 euro
C
je hebt juist verlies
D
weet je niet
Slide 22 - Quizvraag
De toegevoegde waarde:
A
Is de waarde van het verkochte product
B
Is de waarde die je af moet trekken van je verkoopprijs
C
Is de verkoopprijs van het product min de ingekochte goederen en diensten
Slide 23 - Quizvraag
Primaire inkomens is eigenlijk:
A
Het inkomen wat verdient wordt voordat er belasting afgaat
B
Ik zou voor antwoord A gaan
C
Kies antwoord A
D
Waarom kijk je nog naar antwoord D?
Slide 24 - Quizvraag
Er kan meer geïnvesteerd worden in innovatie en onderwijs als:
A
Er meer geavanceerde machines worden ingezet
B
Er economische groei is (en de juiste politieke partij gekozen wordt)
C
Er meer kapitaalgoederen worden ingezet en door migratie beter geschoolde arbeiders beschikbaar worden
Slide 25 - Quizvraag
Waarom is het meten van het bbp niet altijd de beste methode om de welvaart te meten in een land?
Slide 26 - Open vraag
Bedrijfskolom
Hieronder staat een aantal bedrijven uit twee verschillende bedrijfskolommen. Zet ze in de juiste kolom
Bedrijfskolom 1
Bedrijfskolom 2
Aardappelboer
katoenimporteur
Chipsfabriek
weverij
Supermarkt
textielfabriek
katoenplantage
spinnerij
herenmodezaak
Slide 27 - Sleepvraag
Bedrijfskolom
Hieronder staat een aantal bedrijven uit twee verschillende bedrijfskolommen. Zet ze in de juiste kolom
Bedrijfskolom 1
Bedrijfskolom 2
houtzagerij
katoenimporteur
meubelwinkel
weverij
meubelfabriek
textielfabriek
bosbouwer
katoenplantage
houtimporteur
spinnerij
herenmodezaak
Slide 28 - Sleepvraag
Aan de slag...
Maken opdrachten H9 Paragraaf 1
Slide 29 - Tekstslide
lesdoelen gehaald?
- Je weet hoe bedrijven waarde toevoegen;
- je kan berekenen hoeveel waarde bedrijven toevoegen;
- je weet weer wat het Bruto binnenlands product is.