1mh 15-11



Welcome back!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



Welcome back!

Slide 1 - Tekstslide

Planning for today
  • New week, new grammar! 
  • Plurals (meervouden) 
  • We hoeveb GEEN aantekeningen te maken. We luisteren alleen even. 
  • Recap (to be) going to
  • Then: Plurals exercise!

Slide 2 - Tekstslide

Plurals

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je meervouden in het Engels?
De algemene regel is:
Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld:
One boy --> two boys
One apple --> three apples
One house --> four houses
Onthoud: nooit 's! 

Slide 4 - Tekstslide

Onregelmatige woorden:
Volgende woorden veranderen in spelling, leer deze goed!!
one man - two men
one woman - two women
one child - two children
one mouse - two mice
one foot - two feet
one sheep - two sheep



Slide 5 - Tekstslide

Wat moet je doen om een woord in het meervoud te zetten in het Engels
A
Er een 's achter zetten
B
Er een -s achter zetten
C
Niks, alle woorden zijn meervoud
D
A, B en C zijn goed.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meervoud van girl?
A
Girl's
B
Girl
C
Girls
D
A,B,C zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van bus?
A
Buses
B
Busses
C
Bus
D
Bussen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van man?
A
Mans
B
Man's
C
Man
D
Men

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van short
A
short
B
shorts
C
short's
D
shorten

Slide 10 - Quizvraag

Ging het goed? Of vond je het juist lastig? Vertel dat hier:

Slide 11 - Open vraag

The future > To be going to
Herhaling 

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 'to be going to + infinitive'?

Slide 13 - Open vraag

Fill in the following sentences by using to be going to.

1. He (…) his friend. (not/phone)

Slide 14 - Open vraag

Fill in the following sentences by using to be going to.

2. We (…) a new computer game. (to play)

Slide 15 - Open vraag

Fill in the following sentences by using to be going to.

3. You (…) a picnic next Tuesday. (not/have)

Slide 16 - Open vraag

Fill in the following sentences by using to be going to.

4. His brother (…) a letter to his uncle today. (to write)

Slide 17 - Open vraag

Fill in the following sentences by using to be going to.

5. (…) I (…) my homework after school? (to do)

Slide 18 - Open vraag

What next?
You will get a Plural worksheet from me! Work on that with your neighbour! 

Finished? 
Open your workbook on page 70. Start with the self-test Everything you need for these exercises is on page 97-100

Slide 19 - Tekstslide