Future and Demonstrative Pronouns

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 'to be going to + infinitive'?

Slide 7 - Open vraag

Fill in the following sentences by using to be going to.

1. He (…) his friend. (not/phone)

Slide 8 - Open vraag

Fill in the following sentences by using to be going to.

2. We (…) a new computer game. (to play)

Slide 9 - Open vraag

Fill in the following sentences by using to be going to.

3. You (…) a picnic next Tuesday. (not/have)

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Summary
Enkelvoud
Meervoud
Dichtbij
this
these
Ver weg
that
those

Slide 16 - Tekstslide

Look at ... newspaper here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 17 - Quizvraag

... people here are my grandparents.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 18 - Quizvraag

... bottle over there is empty.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 19 - Quizvraag

... people over there are my friend's grandparents.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 20 - Quizvraag

Je gebruikt 'this'/'these' wanneer iets...
A
dichtbij is
B
ver weg is

Slide 21 - Quizvraag

Je gebruikt this & that bij ....
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 22 - Quizvraag

Je gebruikt that & those als iets ...
A
dichtbij is
B
ver weg is

Slide 23 - Quizvraag

Je gebruikt these & those bij ....
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 24 - Quizvraag