3.6 Debatteren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

3.6 

Debatteren

In deze paragraaf leer je:

- De hoofdpunten begrijpen van discussieprogramma's;

- De bedoeling van de sprekers verwoorden;

- Tijdens een discussie een overtuiging uitdrukken en commentaar geven op de visie van anderen;

- Een debat voeren.

Wat is het doel van een debat?

1. Het publiek overtuigen
2. Je tegenstander overtuigen

npo.nl

Bekijk het eerste deel van het tv-programma waarin jongeren de debatteren over een stelling. 

Hoe is het debat opgebouwd? Zet de onderdelen van een debat in de juiste volgorde van 1 t/m 4

De stelling wordt genoemd

De presentator leidt het debat in met een introductieverhaaltje.

Een voorstander van de stelling geeft zijn of haar mening.

Een tegenstander van de stelling geeft zijn of haar mening. 

Wat is de stelling van het debat?

De eerste twee sprekers geven argumenten vóór en tegen de stelling. Welke?

Geef een argument vóór de stelling.

Geef een argument tegen de stelling.

Bekijk het vervolg van het debat

Yara argumenteert: 'Er is geen hiërarchi in persoonlijk lijden.' Wat betekent dat?

Noteer twee argumenten die je heel sterk vindt.

Hoe eindigt deze ronde van het debat?

Bedenk zelf een argument voor de stelling.

Bedenk zelf een argument tegen de stelling.

Aan de slag

Maak opdracht 6, 7 en 8 op blz. 59

Klaar?

Ga verder met lezen in 'De jongen op de berg'

Ga verder met je mindmap (inleveren uiterlijk 6 maart)