Sociaal-emotionele vaardigheden; ruzie oplossen

• Studielessen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoe voel jij je op dit moment?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je het leukste aan het kamp?

Schrijf een compliment voor je buurman/buurvrouw, dat mag voor het kamp of daarbuiten zijn

Ruzie, hoe pakken we dat aan?

Sociaal-emotionele vaardigheden

Lesdoelen

• Je leert wat voor type ruziemakers er zijn
• Je leert tips geven om ruzies op te lossen

Wat voor type ruziemaker ben jij?

Je krijgt zo meteen 6 vragen over hoe jij reageert. 

Schrijf voor jezelf op hoe vaak je A, B of C hebt geantwoord.

Hoe vaak heb je ruzie?

1. Bijna elke dag wel
2. Af en toe, maar ik maak het altijd goed
3. Ehm, nooit eigenlijk

Je vriend(in) is voor de zoveelste keer te laat. Wat doe je?

1. Je bent boos en praat voorlopig niet met hem/haar.
2. Je zegt dat je het vervelend vindt en vraagt waarom hij/zij te laat is.
3. Niks, kan gebeuren, toch?

Je docent denkt dat jij een propje gooide en stuurt je de klas uit. Maar je was het niet. Wat doe je?

1. Je zegt 'ik deed niks' en weigert de klas uit te gaan.
2. Je baalt, maar het heeft geen zin om er tegen in te gaan.
3. Je legt je docent rustig uit dat jij het niet was.

Je ouder is boos, omdat je later thuis bent gekomen dan afgesproken. Hoe reageer je?

1. Je wordt boos en zegt dat je het een stomme afspraak vindt.
2. Je biedt je excuses aan, maar zegt dat je vindt dat je wel erg vroeg thuis moest zijn.
3. Je mompelt 'sorry' en gaat snel naar je kamer.

Je zit op de fiets en een buurjongen spuit je nat met een waterpistool. Wat doe je?

1. Je springt van je fiets en grijpt het jongetje.
2. Je stapt van je fiets en zegt tegen hem dat hij dat niet moet doen.
3. Je fietst door en maakt je niet druk om dat rotjochie.

Iemand botst tegen je aan in de gang. Wat doe je?

1. Je geeft hem een harde duw terug.
2. Je zegt; 'pas op waar je loopt'.
3. Niks, die persoon deed het vast niet expres.

Kijk naar je antwoorden

Welk antwoord heb je het meest gegeven?

A= 'PAS OP of ik ontplof' type.

B= 'Laten we het uitpraten' type.

C= 'Help, ik wil geen ruzie' type.

Hoe zou je dit probleem oplossen? Denk vooral aan T (toon respect) en O (oplossing bedenken)