V2A les 48, 07-02-2022, haben und sein testen




Frau Köster
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les




Frau Köster

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Lernziel
  • Selbständig Arbeiten
  • Grammatik prüfen
  • Neue Hausaufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Lernziel
Ich kenne die Grammatik der Geschlechter und die von haben und sein

Slide 3 - Tekstslide

Selbständig Arbeiten
Schritt 16, Aufgaben: 7 und 8

Endstufe, Aufgaben 5 und 6

LEISE!

Slide 4 - Tekstslide

Welk ezelsbruggetje ken ik, zodat ik de regelmatige werkwoorden kan vervoegen in het Duits?
A
feesttenten
B
feesttenten
C
(fe)estenten
D
(fe)esttenten

Slide 5 - Quizvraag

stap 1:
stap 2:
stap 3:
stap 4:
(fe)esttenten verdelen per persoonlijk voornaam-woord
vervoegde werkwoord koppelen aan het juiste persoonlijke voornaam-woord
Stam maken van het werkwoord
Uitvinden om welk persoonlijk voornaam-woord het gaat bij wat ik moet invullen

Slide 6 - Sleepvraag

Ik denk dat ik de rijtjes van 'haben' en 'sein' al goed ken.
JA!
NEIN
Ich habe noch Zweifel

Slide 7 - Poll

haben
sein
gehabt
gewesen
habe
bin
hast
bist
hat
ist
haben
haben
sind
sind
seid
habt

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'haben'?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'sein'?

Slide 10 - Open vraag

Vul de persoonlijke voornaamwoorden in van 'ik' tot en met 'u'.

Slide 11 - Open vraag

'du hast' en 'er hat' zijn de enige opvallende verschillen bij het vervoegen van 'haben' ten opzichte van het vervoegen van de regelmatige werkwoorden.
richtig
falsch

Slide 12 - Poll

'du bist' en 'er ist' zijn de enige opvallende verschillen bij het vervoegen van 'haben' ten opzichte van het vervoegen van de regelmatige werkwoorden.
falsch
richtig

Slide 13 - Poll

Schrijf de vervoegingen van 'haben' op
(alle woorden achter elkaar), zonder de persoonlijke voornaamwoorden.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de vervoegingen van 'sein' op
(alle woorden achter elkaar), zonder de persoonlijke voornaamwoorden.

Slide 15 - Open vraag

Neue Hausaufgaben

Grammatik lernen!

Slide 16 - Tekstslide