11.1 Man en vrouw

Hoofdstuk 11 Voortplanting
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11 Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Weet je hoe het zit? Mannelijk geslachtsorgaan
 

Uitleg 11.1 deel 1

Zelfstandig werken


Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 
Maak een tekening van het mannelijke geslachtsorgaan (met je boek dicht!)
De volgende onderdelen staan erin:
  • Penis
  • Urineleider
  • Zaadbal
  • Bijbal
  • Balzak
  • Zaadleider
  • Blaas

En als je ze weet: 
  • Zwellichaam
  • Prostaat
  • Zaadblaasjes


Slide 3 - Tekstslide

Stuur een foto van je tekening.

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kent de onderdelen en functies van het voortlantingsorgaan van de man.
- Je kunt in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken
- Je kent de weg die de zaadcellen afleggen
- Je kunt in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt
- Je kunt uitleggen welke hormonen betrokken zijn bij de mensturatiecyclus 

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer is een jongen vruchtbaar?
Voortplantingscellen: zaadcellen en eicellen
Met een zaadcel en eicel kan een kindje gemaakt worden, vandaar de naam voortplantingscellen.
Zaadcellen zijn mannelijke voortplantingscellen.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer is een jongen vruchtbaar?
Een jongen is vruchtbaar vanaf de eerste zaad-
lozing. Dit hoeft niet perse een natte droom te
zijn.

Zaadcellen worden gemaakt in de zaadballen.
Ze worden opgeslagen in de bijballen.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer is een jongen vruchtbaar?
Bij een erectie gaat er extra bloed naar de zwellichamen
in de penis. Hierdoor wordt de penis stijver en rechter

Slide 8 - Tekstslide

De weg van een zaadlozing
Het mengsel van zaadvocht
en zaadcellen heet sperma. 

Slide 9 - Tekstslide

Nu
-Nakijken 10.4 (voor wie dat nog niet gedaan heeft)
-Lezen blz 110 en 111
-Maken van 11.1 opdracht 2 t/m 8 


Slide 10 - Tekstslide

Wanneer is een meisje vruchtbaar?

Slide 11 - Open vraag

Wanneer is een meisje vruchtbaar?
Voortplantingscellen: zaadcellen en eicellen

Eicellen zijn de vrouwelijke voortplantingscellen.

Wanneer een eicel rijp is, is een meisje vruchtbaar

Slide 12 - Tekstslide

Hoe vaak rijpt een eicel?
  1. In de eierstokken liggen de onrijpe eicellen in blaasjes. 

  2. Eén eicel rijpt: de eicel neemt vocht met voedingsstoffen op en wordt daardoor groter. Het blaasje dat om de eicel heen zit, wordt ook groter.
 De voedingsstoffen zijn nodig als de eicel bevrucht 
is door een zaadcel. 

Slide 13 - Tekstslide

Eileider
Eierstok
Baarmoeder
Urineblaas
Vagina
Clitoris
Kleine schaamlip
Grote schaamlip

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe vaak rijpt een eicel?
3. Na ongeveer 14 dagen zitten er voldoende voedingsstoffen in de eicel: de eicel is rijp. Het blaasje barst dan open en de rijpe eicel komt in de eileider. Het vrijkomen van een rijpe eicel uit de eierstokken heet eisprong of ovulatie. 
4.  Na de eisprong blijft de eicel 12 tot 24 uur in de 
eileider leven. De eileider vervoert de eicel richting 
de baarmoeder.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wanneer wordt een meisje ongesteld?
Ongeveer 1 keer in de 4 weken wordt een meisje ongesteld. Ongesteldheid noemen we ook wel de menstruatie. De tijd tussen 2 menstruaties, met 1 menstruatie erbij in, noemen we de menstruatiecyclus. Deze cyclus zie je in de afbeelding. Hij wordt uitgelegd in het volgende filmpje.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Als je de volgende vragen goed kan beantwoorden, dan weet je dat je de paragraaf goed snapt.
Twijfel je nog of maak je nog veel fouten, maak dan de extra oefeningen in de studiewijzer of maak zelf samenvatten.

Let op! Je zult nooit de vraag letterlijk goed hebben, maar vergelijk jouw antwoord met het goede antwoord en kijk of het overeen komt.

Slide 19 - Tekstslide

Waar wordt sperma gemaakt en waar wordt het opgeslagen?

Slide 20 - Open vraag

Welke twee dingen kunnen er gebeuren met een eicel in de eileider?

Slide 21 - Open vraag

Hoe lang duurt een gemiddelde menstruatiecyclus?

Slide 22 - Open vraag

Iris had op 3 maart haar eerste dag van de menstruatie. Op welke dag zal haar eerstevolgende eisprong vermoedelijk zijn?
A
14 maart
B
17 maart
C
24 maart
D
31 maart

Slide 23 - Quizvraag