§2 Europese wereldrijken

§2 Europese wereldrijken
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

§2 Europese wereldrijken

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een plantage?
A
Groot landbouwbedrijf dat 1 gewas verbouwd
B
Handelscompagnie waar je aandelen in kan kopen
C
Vorm van handel tussen drie werelddelen
D
Groot landbouwbedrijf dat meerdere gewassen verbouwd

Slide 2 - Quizvraag

Welke producten worden op een plantage verbouwd?
A
koffie- tabak - graan- mais
B
graan - mais - thee - tabak
C
suikerriet - thee - tabak - koffie
D
suikerriet - thee - mais - tabak - graan

Slide 3 - Quizvraag

Welk specerij is dit?
A
Kruidnagel
B
Nootmuskaat
C
Peper
D
Foelie

Slide 4 - Quizvraag

De VOC handelde in specerijen. Wat is géén specerij?
A
graan
B
peper
C
nootmuskaat
D
kruidnagel

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn specerijen?
A
Daar wordt cement van gemaakt.
B
Stukken rots uit de ruimte.
C
Kruiden uit warme landen.
D
Zeelui op een schip.

Slide 6 - Quizvraag

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is nationalisme?
A
Het hebben van een groot koloniaal rijk
B
Geloven in samenwerking tussen verschillende nationaliteiten
C
Een wereld zonder gewapende conflicten tussen de verschillende naties
D
Grote liefde voor je eigen land en volk

Slide 8 - Quizvraag

Bij modern imperialisme...
A
Houden mensen van hun land
B
Willen mensen graag vechten
C
Lopen alle mensen in een uniform
D
Willen landen graag koloniën hebben

Slide 9 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 10 - Quizvraag

Welke uitspraak over modern imperialisme is niet waar? Modern imperialisme..
A
..draaide uit op meer Europese samenwerking.
B
..was het streven van Europese (groot)machten naar een wereldrijk.
C
..leidde tot het stichten van koloniën in vooral Afrika en Azië.
D
..zorgde voor spanningen in Europa.

Slide 11 - Quizvraag

Azië en Afrika
economisch
GB en Frankrijk
veel invloed
koloniaal
nationalisme
onderdeel van Engeland
modern imperialisme
superioriteitsgevoel

Slide 12 - Sleepvraag

kolonisatie 
Imperialisme 
handelspost
slavernij
Kustgebieden
macht en aanzien
nationalisme 
superioriteits
gevoel

Slide 13 - Sleepvraag

De Industriële revolutie heeft Modern-Imperialisme veroorzaakt
- Vul het oorzaak-gevolg schema in.
industriële revolutie 
Massaproductie
Grondstoffen nodig
Modern-Imperialisme
Koloniseren Afrika/ Azië
Grotere afzetmarkt + Grondstoffen
Veel producten
Groter grondgebied

Slide 14 - Sleepvraag

 superioriteitsgevoel
Afzetmarkt
Europese landen concurreren met elkaar om wie de meeste macht heeft 
Door de industriële revolutie zijn er veel grondstoffen nodig om de machines draaiende te houden 
Economische oorzaak
modern imperialisme 
Politieke oorzaak
modern imperialisme 
Culturele oorzaak
modern imperialisme 

Slide 15 - Sleepvraag

Hoe werd Nederlands-Indië een kolonie van Nederland?
A
Nederland veroverde het van Groot-Brittannië
B
Het ontstond toen de VOC handelsposten langs de kust bouwde
C
Het werd tijdens het Congres van Wenen besloten
D
De staat nam de bezittingen over van de VOC

Slide 16 - Quizvraag

Wat is Nederlands-Indië precies?
A
Het is een land in Azië. Het is toevallig dat het land Nederlands-Indië heet, want het heeft eigenlijk niks met Nederland te maken
B
Het is een kolonie van Nederland. Een stukje land overzee. De Nederlanders hebben dit stuk land ooit overgenomen.
C
Het is een buurland van Nederland, vandaar dat het Nederlands-Indië heet.
D
Het is een eiland op de wereld waar veel Nederlanders wonen. Toen hebben de Indonesiërs het maar Nederlands-Indië genoemd.

Slide 17 - Quizvraag

Door wie wordt Nederlands-Indië bestuurd?
A
Multatuli
B
De koning van Indonesië
C
Nederlandse ambtenaren

Slide 18 - Quizvraag

Wie was de baas in Nederlands-Indië
A
De Landsadvocaat
B
De regenten
C
De Indische vorsten
D
De gouverneur-generaal

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet Nederlands-Indië tegenwoordig?
A
India
B
Indië
C
Indonesië
D
Indianië

Slide 20 - Quizvraag

Waar lag Nederlands-Indië?
A
Europa
B
Afrika
C
Azië
D
Amerika

Slide 21 - Quizvraag

Nederlands-Indië ontstond in
A
1790
B
1799
C
1800
D
1899

Slide 22 - Quizvraag

Hoe werd Nederlands-Indië een kolonie van Nederland?
A
Nederland veroverde het van Groot-Brittannië
B
Het ontstond toen de VOC handelsposten langs de kust bouwde
C
Het werd tijdens het Congres van Wenen besloten
D
De staat nam de bezittingen over van de VOC

Slide 23 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azië
D
Veel handelen met kolonies

Slide 24 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme
A
grondstoffen en afzetmarkt
B
afzetmarkt, grondstoffen en bestuur
C
een groot rijk besturen
D
bestuur en grondstoffen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is Modern imperialisme
A
Europese landen willen hun macht uitbreiden in Amerika
B
De Europese landen willen hun macht uitbreiden in Azië en Afrika door in deze gebieden koloniën te stichten
C
Mensen zijn modern in hun gedachten, zoals het verlicht denken
D
Mensen reizen over de wereld om nieuwe dingen te ontdekken

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van Modern Imperialisme?
A
Een Europees land kon toen veel grondstoffen brengen naar de kolonies.
B
Een kolonie kon veel wapens maken om tegen de Europeanen te gebruiken.
C
Er waren nieuwe technologieën , fabrieken en modernere schepen.
D
Europese landen hadden geen last meer van revolutionaire mensen.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is er "modern" aan het moderne imperialisme
A
Het vond plaats in de "moderne tijd"
B
Het had te maken met de industrialisatie
C
Het vond plaats in de tijd dat er democratiën kwamen
D
Het had te maken met de tijd na de ontdekkingsreizen

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn oorzaken voor dit moderne imperialisme?
A
Nationalisme (macht + aanzien voor eigen land vergroten)
B
Ze verveelden zich
C
Industriële revolutie (wapens + moderne schepen en spoorlijnen)
D
Kapitalisme (het streven naar winst)

Slide 29 - Quizvraag

Wat was niet van de oorzaken voor modern imperialisme?
A
Christelijke geloof verspreiden
B
afzetmarkt voor producten
C
vergroten militair aanzien
D
soldaten rekruteren

Slide 30 - Quizvraag

Door wie wordt Nederlands-Indië bestuurd?
A
Multatuli
B
De koning van Indonesië
C
Nederlandse ambtenaren

Slide 31 - Quizvraag

Welk motief voor modern imperialisme is te zien op de afbeelding?
Economisch
Tecnologisch
Macht en status

Slide 32 - Sleepvraag

Welk motief voor modern imperialisme is te zien op de afbeelding?
Economisch
Tecnologisch
Macht en status

Slide 33 - Sleepvraag

industrialisatie
sociale kwestie
modern imperialisme

Slide 34 - Sleepvraag

Voor industrialisatie
Na industrialisatie
modern imperialisme
Huisnijverheid
stoommachines
Landbouwsamenleving
Steden ontstaan

Slide 35 - Sleepvraag

Oorzaken
Aanleiding
Nationalisme
Militarisme
Moord op Frans Ferdinand
bongenootschappen
Modern-Imperialisme
Gravilo Princip

Slide 36 - Sleepvraag