2MH - H1 Industriële Revolutie & H2 Modern Imperialisme herhaling

2MH - H1 Industriële Revolutie &        H2 Modern Imperialisme herhaling
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2MH - H1 Industriële Revolutie &        H2 Modern Imperialisme herhaling

Slide 1 - Tekstslide

H1 P1 De Industriële Revolutie

Slide 2 - Tekstslide

bevolkingsgroei
landbouwtechnieken
huisnijverheid
meer kleding nodig

Slide 3 - Sleepvraag

Huisnijverheid
Industrie
fabrieken
spinnenwiel
stoommachine
massaproductie

Slide 4 - Sleepvraag

De industrialisatie van Groot-Brittannië begon rond. Dat kwam doordat de bevolking....
A
groeide
B
afnam
C
zich beter wilde kleden

Slide 5 - Quizvraag

Waarom begon de industrialisatie in Groot-Brittannië?
A
Daar was het lekker weer.
B
Daar hadden ze genoeg goedkope grondstoffen.
C
Er waren daar hele slimme uitvinders die machines bedachten.

Slide 6 - Quizvraag

Oorzaak industrialisatie
Gevolg industrialisatie

De landbouw kon efficiënter produceren
Uitvinders probeerden betere machines te ontwikkelen.
De vraag naar kleding steeg.

Slide 7 - Sleepvraag

Een economisch systeem waarin ondernemers zoveel mogelijk winst willen maken
A
kapitalisme
B
industriele revolutie

Slide 8 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de volgende betekenis:

"Ingrijpende verandering in de productie, waarbij handarbeid werd vervangen door machines."
A
Kapitalisme
B
Handnijverheid
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 9 - Quizvraag

De industrialisatie in Nederland had belangrijke gevolgen. Welke drie zinnen beschrijven deze gevolgen?
timer
1:00
Goed
Fout
Arbeiders verdienden meer geld
Armoede onder arbeidersgezinnen
De Nederlandse bevolking groeide
De steden groeiden snel
Het ging slecht met de economie

Slide 10 - Sleepvraag

Noem minimaal 2 gevolgen industrialisatie

Slide 11 - Open vraag

H1 P2 Leven in de industriestad

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaak Industriele Revolutie 
Gevolg Industriele Revolutie 
Nieuwe werktuigen voor op het land 
verbeterde voedselvoorziening 
bevolkingsgroei 
huisnijverheid 
Verhuizen naar de stad 
uitvinding machines 
Vervanging huisnijverheid door fabriekswerk 
Verstedelijking
slechte leefomstandigheden arbeiders 

Slide 13 - Sleepvraag

Kleine huisjes
lawaai en gevaarlijk in de fabriek
Geen hygiëne
12 uur werken
Geen wetten voor de arbeiders
Werkomstandigheden
Leefomstandigheden

Slide 14 - Sleepvraag

Kinderen moesten werken in de tijd van de industriële revolutie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

gegoede burgerij
arbeiders
middenklasse

Slide 16 - Sleepvraag

Noem twee verschillen in leefomstandigheden tussen arbeiders en de gegoede burgerij

Slide 17 - Open vraag




Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
Wat is het liberalisme?
A
Liberalen vinden dat iedereen zou moeten kunnen stemmen bij verkiezingen.
B
Liberalen komen op voor zo veel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
C
Liberalen komen op voor de arbeiders.

Slide 18 - Quizvraag


Wat is het liberalisme?
A
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk gelijkheid voor alle burgers.
B
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
C
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
D
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk gelijkheid voor alle burgers.

Slide 19 - Quizvraag

Waarom vonden de liberalen dat alleen de rijke mannelijke burgers kiesrecht mochten hebben?
A
Zij betaalde als enige belasting.
B
Zij waren slimmer dan andere burgers.
C
Zij betaalde voor hun kiesrecht.
D
Zij deden aan liefdadigheid.

Slide 20 - Quizvraag

H2 P2 Europese Wereldrijken

Slide 21 - Tekstslide

was een oorzaak van
Hoe zat het ook alweer? 
Maak de zin compleet.
nationalisme
modern imperialisme

Slide 22 - Sleepvraag

Wat was GEEN oorzaak voor het Modern Imperialisme?
A
Europees superioriteitsgevoel
B
Verspreiden van Christendom.
C
Grondstoffen voor de industrie
D
Het einde van de Frans-Duitse oorlog

Slide 23 - Quizvraag

Hoe wordt de kolonie Nederlands-Indie bestuurd?
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Direct bestuur
D
Indirect bestuur

Slide 24 - Quizvraag

Hoort bij modern imperialisme
Hoort niet bij modern imperialisme
Koloniën
Europese wereldrijken
Veroveringen binnenlanden
Handelsposten langs de kust

Slide 25 - Sleepvraag

 superioriteitsgevoel
Afzetmarkt
Europese landen concurreren met elkaar om wie de meeste macht heeft 
Door de industriële revolutie zijn er veel grondstoffen nodig om de machines draaiende te houden 
Economische oorzaak
modern imperialisme 
Politieke oorzaak
modern imperialisme 
Culturele oorzaak
modern imperialisme 

Slide 26 - Sleepvraag

H2 P3 Leven in de koloniën

Slide 27 - Tekstslide

Door wie wordt Nederlands-Indië bestuurd?
A
Multatuli
B
De koning van Indonesië
C
Nederlandse ambtenaren

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van Modern Imperialisme?
A
Een Europees land kon toen veel grondstoffen brengen naar de kolonies.
B
Een kolonie kon veel wapens maken om tegen de Europeanen te gebruiken.
C
Er waren nieuwe technologieën , fabrieken en modernere schepen.
D
Europese landen hadden geen last meer van revolutionaire mensen.

Slide 29 - Quizvraag

Wat past het beste bij elkaar?
minder Europese 
bestuurders nodig
grondstoffen zoals aardolie
1/5 deel verbouwen voor Nederlanders
Cultuurstelsel ingevoerd
1830
Cultuurstelsel
indirect
bestuur
modern-imperialisme

Slide 30 - Sleepvraag

Een cultureel gevolg van het modern imperialisme in de koloniën is ...
A
Het invoeren van het indirect bestuur
B
De verspreiding van het christendom
C
De invoering van het cultuurstelsel
D
De grote ongelijkheid tussen witte en donkere mensen

Slide 31 - Quizvraag