Column schrijven

Column - Iris inspiratiedag
Column schrijven - Kansengelijkheid 
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Column - Iris inspiratiedag
Column schrijven - Kansengelijkheid 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kun je benoemen wat een column is
  • heb je de spelregels van een column toegepast
  • heb je een column geschreven

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Instructie column
  • Vragen
  • Column schrijven in groepjes
  • Columns bekijken
  • Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Column

Slide 5 - Tekstslide

Lisa
Waar denk je aan bij het woord column?

Slide 6 - Woordweb

Lisa

Slide 7 - Tekstslide

Lisa
Wat is een column?
Column:
Een kort stukje proza* waarin de auteur zijn/haar mening puntig en uitdagend uiteenzet. 
*Proza is iedere tekst die is geschreven of gesproken in de vorm van gewone taal.

Tekstdoel:
Overtuigen, maar ook amuseren.
Vaak zijn tekstdoelen met elkaar vermengd.

Slide 8 - Tekstslide

Lisa
Wat is een column?

Slide 9 - Open vraag

Lisa
Inhoud column
- Inhoud is moeilijk te typeren/groeperen. Auteur bepaalt zelf waar hij over schrijft. 
Voorbeeld:
- persoonlijke belevenissen
- iets wat auteur is opgevallen
- reactie op politieke of maatschappelijke zaken
- iets waar auteur zich aan ergert

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelregels voor een column
1. Schrijf over iets actueels!
Kijk wat er om je heen gebeurt. Het kan iets groots, maar ook iets kleins zijn. 

Slide 11 - Tekstslide

Daymon alle spelregels
Spelregels voor een column

2. Bepaal je publiek. Bedenk voor wie je een column schrijft en kijk tijdens het schrijven even door hun bril. --> Voor wie schrijf je? Hoe ga jij je lezers aan het denken zetten?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelregels voor een column

3. Zorg dat je weet welke boodschap je wilt uitdragen en houd het daarbij.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelregels voor een column

4. Trigger jouw doelgroep met een goede opening. Zorg dat ze willen verder lezen, maar geef niet alles weg in de eerste zin.

Zorg voor een slot waar je de lezer met een vraag achterlaat waar ze over na kunnen denken. Maar pas op voor een afgezaagd 'open einde'.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelregels voor een column

5. gebruik niet teveel woorden (250-400).
Liever kort en krachtig dan langdradig en saai.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelregels voor een column

6. Blijf persoonlijk en gebruik je eigen taal, maar houd wel rekening met je lezers.....

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelregels voor een column

7. kies een pakkende titel; stoer, grappig of alarmerend. Schud de lezers maar gelijk wakker!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelregels voor een column

8. Verdeel je stuk in duidelijke, korte alinea's dat prettig leest.

9. Kijk kritisch of je niet vaak hetzelfde zegt, verveel de lezer niet met herhalen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor het schrijven van een column
Voorbeelden columnisten
- Paulien Cornelisse: 
www.pauliencornelisse.nl

- Bas Heijne: NRC
- Japke Bouma: NRC
- Sylvain Ephimenco: Trouw

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teksten bestaan meestal uit drie delen
  • Inleiding
  • Kern (middenstuk) 
  • Slot

Elk tekstdeel heeft zijn eigen functie en opbouw

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel 
Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst. Daarom is het vaak makkelijker om de titel pas te verzinnen als je de tekst geschreven hebt.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Besteed aandacht aan je eerste zin. Geef niet alles weg wat je wilt zeggen, maar geef een interessant voorbeeld of een bijzonder feit (bijvoorbeeld iets onverwachts wat jij uit je bronnen hebt gehaald).

Noem je standpunt of een kritische hoofdvraag. De column hoeft zeker niet alleen maar feitelijk te zijn. Geef liefst ook een voorbeeld uit je eigen ervaring. Stel, jij bespreekt taalvariatie, vertel dan hoe jij dat in je eigen omgeving merkt aan de hand van een concreet voorbeeld of een kort ‘verhaaltje’.

Verwerk een van de volgende manieren in je inleiding om hem pakkend te maken:
Een of meer directe vragen stellen
Een uitspraak in de vorm van een stelling, gevolgd door een vraag
Een retorische vraag
Een verrassende of uitdagende openingszin
Een anekdote

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De inleiding (1)
Trekt de aandacht :
  • je maakt de lezer nieuwsgierig en 'lokt' hem je tekst in
  • manieren, bijv: geschiedenis, anekdote, actualiteit, belang van de lezer


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De inleiding (2)
Introduceert het onderwerp: 
  • je maakt kennis met het onderwerp en soms de hoofdgedachte
  •  je krijgt een idee van hoe de tekst in elkaar zit 
  •  geeft een idee van de tekstsoort
  •  manieren: bijv: een of meer vragen stellen, voorbeeld geven,  mening of  probleemstelling verkondigen, etc. 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandacht trekken

Een goed geschreven inleiding heeft twee functies. Eén (en tevens de eerste) van die functies is aandacht trekken.


Je wil dat de lezer gemotiveerd raakt om ook de rest van de tekst te lezen.

Je wil dat hij geboeid raakt. De lezer MOET de rest van de tekst namelijk willen lezen, anders bereik je je doel niet.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe trek je de aandacht?

1: Je kunt de aandacht van de lezer trekken door een voorbeeld te geven.


'Mevrouw Pietersen van 82 jaar weet er alles van. Ze heeft onlangs de losliggende stoeptegels van zó dichtbij kunnen bekijken dat ze vervolgens drie weken met haar arm in het gips zat. "Mijn rollator bleef steken en daar lag ik!", aldus mevrouw Pietersen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe trek je de aandacht?

2: Je kunt de aandacht van een lezer trekken door gebruik te maken van de (feitelijke) geschiedenis.


Toen men vroeger nog met paard en wagen de plaats van bestemming probeerde te bereiken, waadde jong en oud na een flinke regenbui steevast door de modder. Karresporen werden onbegaanbaar en het gebeurde dan ook regelmatig dat ouden van dagen languit in de drek lagen te spartelen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe trek je de aandacht?

3: Je kunt de aandacht van een lezer trekken door gebruik te maken van de actualiteit.


Tijdens de raadsvergadering van afgelopen dinsdag, werd voor de zoveelste keer de kwestie van de losse stoeptegels voor de deur van Huize Avondrood onder de aandacht gebracht. Ditmaal waren enkele bewoners van het verzorgingstehuis ook aanwezig om deel te nemen aan het debat. De gemoederen liepen echter hoog op, toen de burgemeester weigerde te luisteren naar de argumenten van de ouderen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De introductie van het onderwerp

De tweede functie (en tevens het tweede deel) van een inleiding is de introductie van het onderwerp.


De lezer moet, nadat hij geboeid is geraakt, weten waar de tekst over gaat. Wat staat de lezer te wachten in de rest van de tekst.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe introduceer je een onderwerp?

1: Door één of meerdere vragen te stellen.


Nu kun je jezelf de volgende vraag stellen: wat is er aan de hand? Waarom eindigen zoveel ouderen op het ogenblik in het ziekenhuis met botbreuken? Wie is er verantwoordelijk voor de slechte betegeling van het trottoir?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe introduceer je een onderwerp?

2: Door een probleem te formuleren.


Tegenwoordig is de situatie natuurlijk heel anders. Of toch niet? Hoewel ouderen tegenwoordig niet meer door de modder hoeven te lopen met alle ellende van dien, blijkt het dat ze nog steeds gevaarlijke obstakels tegenkomen op het moment dat ze een voet buiten de voordeur zetten. Ouderen durven en/of kunnen de deur niet uit wegens slechte bestrating.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe introduceer je een onderwerp?

3: Door een mening (standpunt) te verkondigen.


Ouderen voelen zich niet langer veilig op straat. Ze vinden dat de gemeente tekort schiet en niet genoeg doet om het probleem van de slechte bestrating te verhelpen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kern
  • = 'het middenstuk'
  • bevat uitwerking onderwerp in deelonderwerpen
  • dit zijn behapbare, samenhangende brokjes informatie
  • deelonderwerpen kern sluiten (in goede tekst) aan op inleiding
  • is ingedeeld in hoofdstukken, paragrafen en alinea's  (afhankelijk van omvang tekst)
  • (tussen)kopjes, witregels en signaalwoorden zorgen voor overzicht en samenhang
        
       

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het middenstuk

Het grootste deel van een tekst is het middenstuk.

 

Je hebt de aandacht van de lezer getrokken in de inleiding en het onderwerp geïntroduceerd. Nu ga je in dit deel het onderwerp uitwerken door verschillende deelonderwerpen te belichten in de alinea's.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middenstuk
  • Deelonderwerp per alinea
  • Meerdere alinea's
  • Hier staat de uitgewerkte informatie waar jij de lezer mee wil overtuigen --> niet te informerend
  • Blijf wel kort en krachtig, je wil de lezer blijven boeien 

Verbinden van alinea’s
  • Je kunt alinea’s op meerdere manieren met elkaar verbinden:
  • Met een signaalwoord(groep)
  • Door een herhaling
  • Door een overgangszin met een verwijswoord
  • Door een aankondigende of terugblikkende zin
  • Let op: wissel deze manieren met elkaar af en gebruik dus niet telkens dezelfde manier! Varieer ook in taalgebruik en maak gebruik van beeldspraak, waar dat goed past.


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het slot
  • Afronding van je tekst
- maakt de strekking van je tekst krachtiger en helder
- bijv. door vraag uit inleiding te beantwoorden, samenvatting te geven,                     hoofdgedachte te noemen of conclusie te trekken
  • Nog iets meegeven aan lezer (bij activerende tekst: bijv. aanmoedigen          tot bepaalde handeling: 'ga morgen dus stemmen!') of zorgen dat                  verhaal beter blijft hangen (uitsmijter of 'cirkel rond' met inleiding)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Uitsmijter'
1. Maak de cirkel rond
2. Aanbeveling
3. Retorische vraag
4. Citaat (bijvoorbeeld van een filosoof)
5. Verwijzing naar de toekomst
6. Levensles
7. Vergelijking maken

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen column schrijven
  • In groepjes 
  • De ontvangen/gekozen stelling
  • Bespreek wat jullie er al van weten - koppel het aan de actualiteit
  • Zoek eventueel wat informatie bij
  • Denk na over inleiding, middenstuk en slot en schets dit per alinea/functie in kernwoorden op papier - overtuigend en amuserend
  • Bedenk ook hoe jullie humor erin gaan verwerken
  • Schrijf eerst een kladversie
  • Tevreden? Schrijf dan nu jullie definitieve versie.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verschillen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven maar
timer
40:00

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Columns bekijken: 
welke kiezen we?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kun je benoemen wat een column is
  • heb je de spelregels van een column toegepast
  • heb je een column geschreven

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat een column is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de spelregels van een column toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Feedback
Wat vond je fijn/goed aan deze workshop?
Wat zou anders kunnen?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies