Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd correct spellen.
Ik kan werkwoorden in de gebiedende wijs correct spellen.
Slide 3 - Tekstslide
gebiedende wijs
zinnen met een bevel erin
in zinnen met een gebiedende wijs staat geen onderwerp
Slide 4 - Tekstslide
gebiedende wijs
ik-vorm tt : luister naar je leraar / kijk goed uit / doe de deur dicht
Slide 5 - Tekstslide
dus: ik-vorm bij
pv-tt als ik voor of achter de pv staat : ik zwem, vind ik
pv-tt als je/jij achter de pv staat: kom je? / luister je?
gebiedende wijs: neem iedere les een boek mee
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Hoe vorm je de persoonsvorm in de verleden tijd?
Slide 8 - Tekstslide
sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd onregelmatig worden vervoegd. Je krijgt een nieuwe vorm:
bijten - ik beet
kopen - ik kocht
lopen - ik liep
Slide 9 - Tekstslide
sterke werkwoorden
Bij sterke werkwoorden kun je meestal schrijven wat je hoort. Als de vorm op een t-klank eindigt, kijk dan naar het hele werkwoord om te zien of je een t of een d moet schrijven.
lijden - leed
smijten - smeet
rijden - reed
snuiten - snoot
Slide 10 - Tekstslide
zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd regelmatig worden vervoegd. Je gebruikt dan:
ik-vorm + te(n) : ik maakte, wij lachten
of
ik-vorm + de(n) : jij hoorde, jullie belden
Slide 11 - Tekstslide
't ex kofschip
Om te bepalen of een zwak werkwoord in de verleden tijd met -d of -t geschreven moet worden, kun je gebruik maken van een ezelsbruggetje.
Slide 12 - Tekstslide
't ex kofschip
1) vind de stam van het werkwoord : haal -en van het werkwoord af 2) kijk of de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't ex-kofschip is : t, x, k, f, s, ch, p
Let op:Gebruik hiervoor de stam,nietde ik-vorm!
Slide 13 - Tekstslide
't ex kofschip
Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't ex-kofschip? t, x, k, f, s, ch, p
ja -> schrijf ik-vorm + te(n) : praten -> ik praatte