Marktmacht ontstaat als er aanbieders van een product de prijs kunnen beïnvloeden -> er is dan sprake van marktfalen!
Alle marktvormen behalve de volkomen concurrenten/volledige mededinging hebben een vorm van marktfalen.
Slide 4 - Tekstslide
KARTEL-vorming
Bij een oligopolie hebben enkele (grote) aanbieders de macht om de prijs te bepalen.
Hierbij ontstaat het risico van kartelvorming
Slide 5 - Tekstslide
Prijsdiscriminatie
Een aanbieder die voor precies hetzelfde product, verschillende prijzen vraagt, aan verschillende duidelijk van elkaar te onderscheiden doelgroepen. Het product kan niet doorverkocht worden aan andere doelgroepen.
Bijv. kinderen tot 12 jaar en ouderen vanaf 65 jaar betalen een lagere prijs voor het OV dan de leeftijd 13-64 jaar. Via een ID kan aangetoond worden wat de leeftijd is.
Slide 6 - Tekstslide
Bij perfecte prijsdiscrminatie kan de prijs lager
Bij perfecte prijsdiscriminatie betaalt elke consument een een prijs die gelijk is aan zijn betalingsbereidheid.
Voor elke vrager een eigen prijs
Bij perfecte prijsdiscriminatie geen consumentensurplus, alleen producentensurplus.
Door de prijs voor bepaalde groepen te verlagen kan de monopolist extra klanten trekken. Zolang MO>MK levert dat extra winst op.
Slide 7 - Tekstslide
Staatsbedrijven
Winst maken is niet het doel.
Gevolgen voor efficiëntie en innovatie --> prikkel ontbreekt.
Privatisering
Overheidsbedrijven/taken worden afgestoten naar het particuliere bedrijfsleven.
Slide 8 - Tekstslide
Veranderingen overheidssector
Oorzaken hoge werkloosheid & hoge staatsschuld.
Gevolg van de overheidsinvloed op de markt
Adam Smith:
Marktwerking
Alleen ingrijpen als markten falen.
Onzichtbare hand
Slide 9 - Tekstslide
Toezicht op de markt
Beleid maken en beleid uitvoeren wordt gesplitst door privatisering
Toezicht nodig om twee economische problemen die ontstaan na privatisering:
Principaal-agentprobleem
Berovingsprobleem
Slide 10 - Tekstslide
Principaal-agent probleem
Slide 11 - Tekstslide
Principaal- agent probleem
Drie elementen
- Een principaal-agent relatie: er is een opdrachtgever en een opdrachtnemer
- Er is asymmetrische informatie: agent heeft meer info
- Er zijn tegengestelde belangen
Slide 12 - Tekstslide
Gevolgen principaal-agentrelaties
Hogere transactiekosten voor contracten of controles
Averechtse selectie
Moral hazard
Slide 13 - Tekstslide
Berovingsprobleem
Hold-upprobleem
Ontstaat als door verzonken kosten de machtsverhoudingen veranderen na het afsluiten van een contract.
Bijvoorbeeld er wordt een hogere prijs berekent na de contract afspraken. Als het bedrijf niet betaalt zijn de investeringen kwijt.