H3 Marktresultaat en overheidsinvloed (3.8 t/m 3.15)

H3 Marktresultaat
V5 - ECONOMIE  - 2023-2024

(3.8 t/m 3.15)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Marktresultaat
V5 - ECONOMIE  - 2023-2024

(3.8 t/m 3.15)

Slide 1 - Tekstslide

Lesonderwerpen

Wettelijke monopolies en natuurlijke monopolies. 
Privatisering. 
Principaal-agent probleem. 
Berovingsprobleem. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een natuurlijke en een wettelijke monopolie?

Slide 3 - Open vraag

Wettelijke monopolies en natuurlijke monopolies

Slide 4 - Tekstslide

Spoorwegen, post, telefoon, water, gas elektriciteit in handen van de overheid of geweest. Wat is hier de reden voor?

Slide 5 - Open vraag

Staatsbedrijven en nationalisering
Privatiseringen en liberalisering

Slide 6 - Tekstslide

Leg het verschil uit tussen de doelstellingen maximale winst & break-even. Welke doelstelling past goed bij staatsbedrijven?

Slide 7 - Open vraag

Staatsbedrijven
Winst maken is niet het doel.
Gevolgen voor efficiëntie en innovatie --> prikkel ontbreekt. 
Maximale winst --> bij mo = mk --> de extra opbrengst van een product is gelijk aan de extra kosten van een extra product.
Break-even --> bij GO = GTK of TO = TK --> de opbrengst is gelijk aan de kosten.
GO = GTK --> staatsbedrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Veranderingen overheidssector
Oorzaken hoge werkloosheid & hoge staatsschuld. Hoge kosten en een slechte dienstverlening. 
Slecht draaiende overheidssector. 

  • Marktwerking levert het beste product voor de laagste prijs.

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van marktfalen?

Slide 10 - Open vraag

Marktfalen
Aanbieders te grote macht --> surplus verloren.
Te hoge prijzen voor basisproducten --> niet toegankelijk voor iedereen.
Kosten van vervuiling niet bij de prijs inbegrepen

Slide 11 - Tekstslide

Toezicht op de markt

Toezicht nodig om twee economische problemen:
  • Principaal-agentprobleem
  • Berovingsprobleem

Slide 12 - Tekstslide

Principaal-agent probleem

Slide 13 - Tekstslide

Principaal- agent probleem 
Drie elementen
- Een principaal-agent relatie: er is een opdrachtgever en een opdrachtnemer
- Er is asymmetrische informatie: agent heeft meer info
- Er zijn tegengestelde belangen

Slide 14 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld van een agent-principaalrelatie hier op school. Wie is de agent en wie de principaal?

Slide 15 - Open vraag

Gevolgen principaal-agentrelaties
Hogere transactiekosten
Averechtse selectie
Moral hazard

Slide 16 - Tekstslide

Vervoersmaatschappij Trains heeft het wettelijk monopolie op het verzorgen van het treinvervoer in een land gekregen. In een overeenkomst heeft de overheid opgenomen dat Trains voorafgaand aan een geplande prijsstijging eerst de noodzaak daarvan moet aantonen. Leg uit hoe deze overeenkomst het principaal-agent probleem vermindert.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het gevolg van contracten en prikkels op het principaal-agentprobleem?

Slide 18 - Open vraag

Berovingsprobleem
  • Hold-upprobleem
  • Ontstaat als door verzonken kosten de machtsverhoudingen veranderen na het afsluiten van een contract. 

Bijvoorbeeld er wordt een hogere prijs berekent na de contract afspraken. Als het bedrijf niet betaalt zijn de investeringen kwijt. 

Slide 19 - Tekstslide

Een kleine gemeente in de Alpen wil een nieuwe skigebied aanleggen als economische impuls voor de regio. Een slimme ondernemer begint alvast met de bouw van een groot hotel en de aanleg van een eigen skilift. De investeringen kunnen alleen worden terugverdiend als de gemeente het skigebied ontwikkelt. Welk begrip past hierbij?
A
Verzonken kosten
B
Berovingsprobleem
C
Principaal agent probleem
D
Zelfbinding

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
Maken H 3.8 t/m 3.15
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 21 - Tekstslide