4V - 3/02/25

Lundi 3 février 2025

Programme:  

  • Voorbereiding voor PW
  • Écrire "benevolat en Afrique"
  • Finir Grammaire III
Devoirs 4/02:
Apprendre grammaire p.78/79
faire les exercices extra (eind boek)!
Devoirs 6/02:
Réviser Voca chap. 3 p. 106-107
Periode 3, schrijfvaardigheid Hoofdstuk 3
19/02 (2 weken) 11:00 - 11:45


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Lundi 3 février 2025

Programme:  

  • Voorbereiding voor PW
  • Écrire "benevolat en Afrique"
  • Finir Grammaire III
Devoirs 4/02:
Apprendre grammaire p.78/79
faire les exercices extra (eind boek)!
Devoirs 6/02:
Réviser Voca chap. 3 p. 106-107
Periode 3, schrijfvaardigheid Hoofdstuk 3
19/02 (2 weken) 11:00 - 11:45


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe en wat moet ik leren?
- Ik heb mijn vocabulaire p. 106 t/m108 geleerd
- Ik heb gehoefend met de WW in IR manuel p. 74 + andere WW p. 80
- Ik heb de grammatica I, II, III en de extra oefeningen (eind boek) gemaakt
- Ik weet waar ik de "signaalwoorden"kan vinden in de manuel p. 9/10
- Ik weet waar hoe ik een brief moet stellen (manuel p. 18/19)

Slide 2 - Tekstslide

welke vraag woorden ken je in het Nederlands?
vragen en opschrijven op het bord
Mail 
La Haye, le 3 février 2025
Chers élèves de la classe 4 VWO de Maris,
Les réfugiés ont souvent fui leur pays à cause de la guerre. Ils arrivent dans un nouveau pays et ils ont besoin d’aide. Nous voulons organiser une action solidaire pour récolter de l’argent au profit des réfugiés de La Haye. Nous devons nous mobiliser pour aider ces gens.
Nous ferons une vente de patisseries à l’école. Nous avons besoin de toi, il faut participer! 
1. Qui aidera à l’organisation de la journée?
2. Qui fabriquera les plus beaux gâteaux?
3. Quand ferons-nous cette vente?
4. À quelle heure ferons-nous cette vente?
Amicalement, Stijn & Merijn


Slide 3 - Tekstslide

welke vraag woorden ken je in het Nederlands?
vragen en opschrijven op het bord
woordweb 
Fais un "woordweb" avec les mots du chapitre 3:


benevolat

benevolat
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

welke vraag woorden ken je in het Nederlands?
vragen en opschrijven op het bord
                      ________________[BÉNÉVOLAT]_________________
                     / | \
           [Types de bénévolat] [Avantages] [Domaines d'action]
           / | \ / \ / | \
  [Local] [International] [Virtuel] [Personnels] [Professionnels] [Social] [Environnement] [Santé]
           | / \ / | \
  [Communauté] [Épanouissement] [Compétences] [Aide aux personnes] [Protection] [Sensibilisation]
           | \ / \ | /
  [Événements] [Réseautage] [Expérience] [Éducation] [Urgences] [Projets]

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 manieren om een zin vragend te maken
zonder vraagwoord

  • 1 . Vraagteken achter de normale zin (vragend uitspreken  stem omhoog)
  • Tu fais du sport ??
  • 2. Omkering van onderwerp en persoonsvorm
  • Fais-tu du sport?
  • 3. Est-ce que + gewone zin
  • Est-ce que tu fais du sport?

Slide 6 - Tekstslide

VOORBEELD GEVEN
met een zin

Maak op drie manieren vragend:
  1. Elle aime son hamster.
  2. Thomas achète un beau livre.
  3. Tu vas à l'école en voiture.
  4. Le train arrive de Lyon.
  5. Il adore les pizzas


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vragende zin met vraagwoord
 Vraagwoord + est-ce que + onderwerp + persoonsvorm?
voorbeelden:
Quand est-ce que tu arrives?
Pourquoi est-ce que tu viens?
Comment est-ce qu'elle s'appelle?
Qu'est-ce que tu vois?
 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de vraagwoorden
Où = Waar
Quand = Wanneer
Comment = Hoe
Combien = Hoeveel
Pourquoi = Waarom
Qui = Wie
Qu'est-ce que = Wat

Slide 9 - Tekstslide

terugkoppelen naar de Nederlandse vraagwoorden op het bord, wat betekend dat in het Frans?
Andere manieren:

gewone zin + vraagwoord
Tu arrives quand?
Vraagwoord + gewone zin
Pourquoi tu es en retard?
Vraagwoord + omkering van onderwerp en persoonsvorm
pourquoi fais-tu du sport?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent Qui ???
A
wie
B
waar
C
wat
D
hoe

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent Qu'est-ce que ?
A
Hoe
B
Waarom
C
Wat

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Combien
A
wat
B
waarom
C
hoeveel
D
wanneer

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekend quand?
A
wanneer
B
waar
C
hoeveel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk, pour vendredi :
  • Apprendre 1 page 32
  • Online methode: civilisation
    (inhoudsopgave & quiz) 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies