Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Wiederholung Kapitel 1 und 2 (Neue Kontakte)
Deutsch - Van Rijssen
21. Dezember 2021
Dit is Berlijn, de hoofdstad van Duitsland
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Deutsch - Van Rijssen
21. Dezember 2021
Dit is Berlijn, de hoofdstad van Duitsland
Slide 1 - Tekstslide
Das Lernziel:
Am Ende der Stunde kenne ich (alle persoonlijke voornaamwoorden en alle vervoegingen van het Duitse werkwoord haben).
Slide 2 - Tekstslide
Joehoe, jullie eerste dagje online les! Hoe vinden jullie dat?
Slide 3 - Open vraag
ich
du
sie
er
es
man
wir
ihr
sie
Sie
IK
U
ZIJ MV.
JULLIE
WIJ
MEN
HET
ZIJ EV.
HIJ
JIJ
Slide 4 - Sleepvraag
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hat
hast
haben
habt
haben
habe
Slide 5 - Sleepvraag
wir = haben
Ihr = ???
Sie/sie = haben
A
habst
B
habbet
C
habte
D
habt
Slide 6 - Quizvraag
wir (haben)
A
haben
B
sind
C
habe
D
hast
Slide 7 - Quizvraag
haben - er ...
A
habe
B
habt
C
haben
D
hat
Slide 8 - Quizvraag
jullie
wij
jij
ik
hij
zij
het
men
zij
u
sie
sie
Sie
ich
du
es
man
wir
er
ihr
Slide 9 - Sleepvraag
er
Wo ist der Vater? ________ ist in der Arbeit.
Das Mädchen hat Hunger. ___________ will etwas essen.
Wie heißen deine Eltern? _______ heißen Anna und Frank.
Meine Oma ist sehr alt. ______ ist schon 92 Jahre alt.
Du und Mark seid 15 Jahre alt. _________ seid Teenager.
es
sie
sie
ihr
Slide 10 - Sleepvraag
Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist
Slide 11 - Sleepvraag
Ich ________ einen Hund.
Wir ________ ein Problem.
Wo ________ du gewohnt?
Ihr ________ euch nicht gemeldet.
________ er seine Bücher dabei?
________ Sie gleich Unterricht?
haben
habt
haben
hast
hat
habe
Slide 12 - Sleepvraag
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
sind
bin
seid
bist
ist
sind
hat
hast
haben
habt
haben
habe
Slide 13 - Sleepvraag
Das ist mein bester Freund.
Er heißt Alexander.
Wer ist das?
Wie heißt er?
Wie alt ist sie?
Hast du Geschwister?
Ist er nett?
Woher kommt ihr?
Sie ist 15 Jahre alt.
Ja, ich habe zwei Brüder und eine Schwester.
Nein, er ist nicht so nett.
Wir kommen aus Berlin.
Slide 14 - Sleepvraag
Ein Tag __________ (hebben) vierundzwanzig Stunden.
Slide 15 - Open vraag
Eine Woche ___________ (hebben 7) Tage.
Slide 16 - Open vraag
Jullie hebben vijf broers en zussen.
Slide 17 - Open vraag
Steffis Mutter _________ (hebben, 27) Äpfel gekauft.
Slide 18 - Open vraag
________ Sie Kinder, Herr Schmidt? (hebben)
Slide 19 - Open vraag
Die Zwillinge _____________ (hebben) am 23. April Geburtstag .
Slide 20 - Open vraag
Deutschland _________ (zijn) sehr groß.
Slide 21 - Open vraag
Deutschland, Österreich und die Schweiz _________ (zijn) deutschsprachige Länder.
Slide 22 - Open vraag
die Familie
die Verwandten
het gezin
de familieleden
Slide 23 - Sleepvraag
Meine Familie und Verwandten
Slide 24 - Woordweb
der Cousin
die Cousine
der Neffe
die Nichte
de neef (kind van oom en tante)
de nicht (kind van oom en tante)
de nicht (kind van broer of zus)
de neef (kind van broer of zus)
Slide 25 - Sleepvraag
Wie
Wat
Wanneer
Hoe
Waar
Waarvandaan
wer
wo
wie
was
wann
woher
Slide 26 - Sleepvraag
Vertaal in het Duits: verjaardag
Slide 27 - Open vraag
Adresse
Kombiniere die Artikel mit den Nomen
Stiefvater
Straße
Freund
Mädchen
Kind
der
die
das
der
die
das
Slide 28 - Sleepvraag
1. Kinder ____ oft (vaak) keine Gemüse
2. Der Mann ___ ein Buch kaufen.
3. Ich ___ die Antwort nicht.
4. Wir ___ das Hotel nicht finden.
5. "Du ___ dein Zimmer aufräumen!"
6. Man ___ hier nicht rauchen.
7. Alle Menschen ___ atmen.
8. "___ Sie etwas trinken?"
weiß
sollst
mögen
darf
will
können
möchten
müssen
Slide 29 - Sleepvraag
Wanneer gebruik je een hoofdletter in het Duits?
Slide 30 - Open vraag
Sleep de tekstvakjes naar de juiste plek in een e-mail.
Lieber Peter,
wie geht es dir?
Liebe Grüße
je voornaam
Slide 31 - Sleepvraag
Das Lernziel:
Am Ende der Stunde kenne ich (alle persoonlijke voornaamwoorden en alle vervoegingen van het Duitse werkwoord haben).
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Les met
13 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
Anne Frank, ihr kurzes Leben
September 2022
- Les met
15 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Primary Education
Secondary Education
Age 11-13
Anne Frank House
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Les met
13 slides
door
Anne Frank Stichting
Geschiedenis
Middelbare school
Basisschool
vmbo t, mavo, havo, vwo
Groep 7,8
Leerjaar 1-3
Anne Frank Stichting
e - i wechsel Kapitel 5 3GT 7e editie
April 2022
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Wiederholung Kapitel 1 und 2 (Neue Kontakte)
Oktober 2024
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
So - H 3 Woordjes A en grammatica van H1 en 2
November 2020
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2