H11 voortplanting 11.3 voortplanting
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waar vindt de bevruchting plaats?
Voorkennis
A
In de eierstokken
B
In de eileider
C
In de baarmoeder
D
In de vagina
Slide 4 - Quizvraag
Waaruit ontstaat het embryo?
Voorkennis
A
De placenta
B
De vlokken
C
De kiemschijf
D
De eicel
Slide 5 - Quizvraag
De placenta heeft een belangrijke functie voor het embryo, wat is deze functie?
Voorkennis
Slide 6 - Open vraag
Tijdens de menstruatie kun je zwanger worden. Juist of onjuist?
Voorkennis
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Wat doet het hormoon progesteron?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Waarvoor dienen onze longen? En waarvoor dienen onze darmen?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
De verbinding tussen de aorta en de longslagader noemen we de.....
A
Ductus Botalli
B
Ductus Venosus
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
De placenta (moederkoek) blijft in de baarmoeder als de baby geboren wordt. Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Wat stroomt er via de navelstrengslagaders?
Slide 24 - Open vraag
Marieke is zwanger van een tweeling die samen één placenta hebben. Is dit een eeneiige of twee-eiige tweeling?
A
Eeneiig
B
Twee-eiig
Slide 25 - Quizvraag
Wat kan een gevolg zijn van alcohol of drugs gebruik tijdens de zwangerschap?
Slide 26 - Open vraag
Waarom stroomt er niet veel bloed naar de longen van een foetus?
Slide 27 - Open vraag
Wanneer noemen we het ongeboren kind geen embryo meer?
