8.2 Het bestuur

KNM
thema 8
Regering 
en wet
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
knmVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

KNM
thema 8
Regering 
en wet

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

intro
1. Bekijk Bijlage 2  in je boek. 
Het bestuur in Nederland. 

Welke namen ken je al? Wat weet je ervan?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesplan
1. huiswerk bespreken
2. oefenen: lesidee 8.2a + 8.2b + bespreek samen + zoek op
3. herhalen: Taalcompleet 8.2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenen

Zijn de volgende stellingen waar of niet waar?

Geef antwoord!

Slide 4 - Tekstslide

In deze les kunnen de cursisten digitaal antwoord geven.
Je kunt al variatie ook de leerlingen laten lopen in de klas: een zijde is waar, de andere zijde van de klas is niet waar.
Een andere mogelijkheid is om te werken met rode en groene kaartjes, de cursisten steken het kaartje omhoog: waar = groen/ niet waar= rood.
Nederland heeft een president.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een wethouder maakt wetten voor het land.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland zit in de Europese Unie.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De koning zit in de regering.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Tweede Kamer zitten 150 mensen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Eerste Kamer is het bestuur van het land.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De burgemeester werkt samen met de wethouders.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Provinciale Staten controleren nieuwe wetten.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Tweede Kamer zit één politieke partij.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op Koningsdag leest de koning de troonrede voor.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elke gemeente heeft een gemeenteraad.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verkiezingen voor de Europese Unie zijn elke vijf jaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De burgemeester is de leider van de ministers.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verkiezingen voor de gemeente zijn elke vijf jaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn elke vier jaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies