8.2 Het bestuur

KNM
thema 8
Regering 
en wet
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
knmVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

KNM
thema 8
Regering 
en wet

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

intro
1. Bekijk Bijlage 2  in je boek. 
Het bestuur in Nederland. 

Welke namen ken je al? Wat weet je ervan?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesplan
1. huiswerk bespreken
2. oefenen: lesidee 8.2a + 8.2b + bespreek samen + zoek op
3. herhalen: Taalcompleet 8.2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk bespreken
Filmpje gezien?

jullie vragen:



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk bespreken
Noem 4 verschillende besturen.
Vertel welke mensen in deze besturen zitten. 
Vertel wie de voorzitter is van elk bestuur
Vertel wat de taken zijn van deze besturen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenen

Zijn de volgende stellingen waar of niet waar?

Geef antwoord!

Slide 6 - Tekstslide

In deze les kunnen de cursisten digitaal antwoord geven.
Je kunt al variatie ook de leerlingen laten lopen in de klas: een zijde is waar, de andere zijde van de klas is niet waar.
Een andere mogelijkheid is om te werken met rode en groene kaartjes, de cursisten steken het kaartje omhoog: waar = groen/ niet waar= rood.
Nederland heeft een president.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een wethouder maakt wetten voor het land.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland zit in de Europese Unie.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De koning zit in de regering.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Tweede Kamer zitten 150 mensen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Eerste Kamer is het bestuur van het land.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De burgemeester werkt samen met de wethouders.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Provinciale Staten controleren nieuwe wetten.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Tweede Kamer zit één politieke partij.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op Koningsdag leest de koning de troonrede voor.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elke gemeente heeft een gemeenteraad.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verkiezingen voor de Europese Unie zijn elke vijf jaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De burgemeester is de leider van de ministers.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verkiezingen voor de gemeente zijn elke vijf jaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn elke vier jaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oefenen: werkblad 8.2b

Slide 22 - Tekstslide

De cursisten verbinden elk plaatje met 2 bijpassende woorden.
oefenen 

bespreek samen ( 4) --> blz. 86
1. Kijk naar bijlage 2 op blz. 91. Voor welk deel van het bestuur kunnen Nederlanders stemmen? Zet een rondje om de 3 goede antwoorden.

2. Wie is de minister-president van Nederland? Van welke partij is hij? Ken je nog meer ministers?

3. Heb je weleens naar Prinsjesdag gekeken? Wat gebeurt er allemaal?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenen 

Zoek op (5) --> blz. 86
Ga naar de website van jouw gemeente. Bijna alle websites hebben een kopje 'bestuur', 'Gemeenteraad' of College B&W'. Klik daarop.

1. Wie is de burgemeester?
2. Welke wethouders zijn er? Noem minimaal 3 namen en hun politieke partij.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenen 

Zoek op (6) --> blz. 86
Ga naar www.europa.eu. Klik op 'Nederlands', dan op 'Over de EU' en daarna op 'Landen'

Zoek antwoorden op de vragen.

1. Hoeveel landen zijn lid van de EU?
2. Gebruiken alle EU-landen de euro? Zo nee: hoeveel landen wel?

27 landen zijn lid van de EU

19 landen gebruiken de Euro.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra: lesidee 8.2c

Bekijk klassikaal het filmpje Wat is Prinsjesdag? van de Rijksoverheid tot 1.50 min.
Bespreek samen: 
Wat doet de koning op Prinsjesdag? En wat zit er in het koffertje van de minister van Financiën?

Slide 26 - Tekstslide

Ga naar YouTube en bekijk klassikaal het filmpje Wat is Prinsjesdag? van de Rijksoverheid tot 1.50 min.
Bespreek samen: Wat doet de koning op Prinsjesdag? En wat zit er in het koffertje van de minister van
Financiën?
Voor een indruk van deze dag kun je het filmpje PRINSJESDAG: rijtoer, hoedjes en Troonrede 2017 van NOS
bekijken. Herkennen de cursisten het volkslied dat gespeeld wordt? Eventueel kun je de cursisten vooraf
erop wijzen dat veel vrouwen met Prinsjesdag een (bijzondere) hoed dragen. Ze kunnen hier dan op letten
tijdens het kijken.
herhalen
Maak aan het eind van de les
op
 Taalcompleet.nl
8.2
Ga niet verder....

Huiswerk: Bekijk op Classroom het filmpje van 8.3

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies