Woensdag 1 februari 2023

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Woensdag 1 februari 2023

08.30 - 09.20 uur Blink uit*	12.00 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Woordenschat thema Vriendschap	12.40 - 13.30 uur, Spiegel jezelf spel
10.10 - 10.30 uur Pauze	13.30 - 14.20 uur Na de ISK
10.30 - 11.20 uur Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur Rekenen Lezen

Lezen in je eigen boek

Woordenschat

Je leert vijf nieuwe woorden bij  

thema Vriendschap 

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

de geboorte

• de keer dat een kind of een dier geboren wordt
•  het ter wereld komen
• meervoud: geboorten/ geboortes
• ik ben geboren, hij/zij is geboren, wij zijn geboren
• Zin: Sinds de geboorte van haar dochter, is zij minder gaan werken.
• Zin: Vanaf haar geboorte woont mevrouw Marieke al in Nederland.

het geboorteland

• het land waarin je bent geboren
•  meervoud: geboortelanden
• Zin: Na 15 jaar ging de jongen terug naar zijn geboorteland.
• Zin: In haar geboorteland heeft zij maar heel kort gewoond, toen zij twee jaar oud was, verhuisde ze naar Nederland.

het team

• een groepje mensen dat samen iets doet
• dit kan met een sport zijn
• je kunt ook als team samenwerken op school
• Zin:  Het voetbalteam van Nederland speelt deze week tegen Duitsland.
• Zin: Wij werken hier op school in een goed team.

vertrouwen

• het geloof dat iemand eerlijk is, of dat iets goed gaat
•  tegenstelling: wantrouwen
• vertrouwde; heeft vertrouwd
• Zin: Ik heb er alle vertrouwen in dat het jullie zal lukken om naar een andere school te gaan.
• Zin: Je moet niets bij hem kopen, want hij is niet te vertrouwen.

het zakgeld

• het geld dat kinderen krijgen van hun ouders om kleine dingen van te kopen
• als je je zakgeld opspaart, dan kun je later iets groots kopen
• Zin: Wij krijgen elke week zakgeld van onze ouders, elke week 3 euro.
• Zin: Als ik mijn zakgeld bewaar, dan kan ik er over 6 maanden wel iets leuks van kopen.

Wat is de betekenis van de geboorte

1. Je komt uit de grond.
2. Je gaat reizen.
3. Je komt op de wereld.
4. Je komt uit de lucht vallen.

Maak een zin met "het zakgeld".

Wat is je geboorteland?

1. Het land waar je nu woont.
2. Het land waar je op vakantie gaat.
3. Het land waar je familie woont.
4. Het land waar je geboren bent.

Leg in je eigen woorden uit wat is een
team?

Maak een zin met: vertrouwen.

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Mijn ............ is al op, ik kan niets meer kopen deze week.

Amerika is zijn ....................... , maar hij woont al heel lang in Engeland.

Mijn broers en zussen spelen allemaal in het zelfde ....................

Deze lammetjes zijn vorige week ....................
( vervoeg het woord)

Pas op! Hij is niet te ...................... . Hij verkoopt gestolen spullen.

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: 

het zakgeld

vertrouwen

het team

de geboorte

het geboorteland

Pauze

    Pauze 

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Vriendschap.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Rekenen

Je werkt in je werkboek.

In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.

Blink uit

Pauze

    Pauze 

Spiegel jezelf spel

Loopbaanbegeleiding

Na deze les:

• weet je wat welk beroep je later wilt uitoefenen;
• weet je welke opleiding je moet hebben om dat beroep uit te voeren

Opdracht:

Maak een poster over een beroep. Kijk goed naar het voorbeeld!

Opdracht

• kies een beroep wat je leuk lijkt;
• zoek op internet welk diploma je daarvoor moet hebben
• welke eigenschappen zijn belangrijk;
•  zoek op internet wat je allemaal moet doen als je dit beroept doet. Wat zijn je taken en werkzaamheden?
• maak hier een mooie poster van.