H4 - TH3 - BS2

Welkom
Mevrouw Hoeboer


Technisch onderwijs assistent

Nu: opleiding tot docent biologie


1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mevrouw Hoeboer


Technisch onderwijs assistent

Nu: opleiding tot docent biologie


Slide 1 - Tekstslide

Vorige les is besproken:
• DNA/genetica uit de derde klas --> met elkaar
• verschillen tussen een genotype en een fenotype.
• de begrippen DNA-sequentie en genexpressie.
• hoe het fenotype wordt veroorzaakt het genotype en externe factoren.

Slide 2 - Tekstslide

begrippen vorige les
fenotype
genotype
chromosomen
karyogram
gen
allel
DNA-sequentie
bassparing
modificatie
mutatie 
aangeboren
erfelijk

Slide 3 - Tekstslide

COMT-gen
DNA variaties --> eiwit anders

psychose door marijuana:
  • Val/Val -> 4x groter risico
  • Met/Met --> kleinste kans

Slide 4 - Tekstslide

COMT-gen
1. Leg uit of een een psychose wordt veroorzaakt door het genotype of fenotype?

--> meeste antwoorden: genotype 

--> aantal: beiden 

Slide 5 - Tekstslide

COMT-gen
1. Leg uit of een een psychose wordt veroorzaakt door het genotype of fenotype?

--> genen zorgen voor groteren kans
--> externe prikkel (marijuana) 
--> fenotype = de psychose 

Slide 6 - Tekstslide

COMT-gen
2. Leg uit of het gebruik van cannabis invloed heeft op je genotype of fenotype.

--> meeste antwoorden : fenotype

--> aantal: allebei

Slide 7 - Tekstslide

COMT-gen
2. Leg uit of het gebruik van cannabis invloed heeft op je genotype of fenotype.

--> fenotype: veranderd door de rook en slechtere verzorging 
--> genotype: mutaties door tabak


Slide 8 - Tekstslide

COMT-gen
3. Leg uit of iemand met de Met/Met variant direct een psychose krijgt na het roken van cannabis.

--> meeste antwoorden : nee

Slide 9 - Tekstslide

COMT-gen
3. Leg uit of iemand met de Met/Met variant direct een psychose krijgt na het roken van cannabis.

Met/Met -> gaf de kleinste kans op een psychose door marijuana. Maar andere factoren kunnen ook een rol spelen: slaapgebrek, geestelijke toestand, andere medicijnen, .........

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Thema 3 basisstof 2 
Genenparen 

Slide 12 - Tekstslide

Vandaag
  • filmpje 
  • break-out room: wat weet je nog? 
  • nabespreken + uitleg
  • vragen beantwoorden bij filmpje
  • les afsluiting

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
  • Na deze les is je kan je uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komt en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot dominant en recessief gebruiken. 
  • Na deze les kan je beschrijven hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan. 

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen deze les
fenotype
genotype
heterozygoot
homozygoot
gen locus
genenpaar
dominante allel
recessieve allel
onvolledig dominant
intermediair fenotype
codominantie 
meiose 
recombinatie 
genetische variatie 

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor gevaren lopen de vele nakomelingen
van Arts Jan Karbaat? 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe begon het "leven" ook alweer???

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Genenparen

Chromosoom = DNA  of erfelijk materiaal 
Locus = plaats van gen op chromosoom
Allel = variant van een gen 
Homologe chromosomen = 
                   twee chromosomen met zelfde allel


Slide 19 - Tekstslide

Genenparen
Homozygoot = 2 gelijke allelen
Heterozygoot = 2 verschillende allelen

Slide 20 - Tekstslide

dominant en recessief 
dominante allel = sterkte allel = zichtbaar in fenotype bij 
recessieve allel= "zwakker" allel = allel NIET zichtbaar in fenotype 



Slide 21 - Tekstslide

intermediair fenotype
als beide dominant zijn:
intermediair fenotype = mengvorm van beide allelen
= onvolledig dominant 


Slide 22 - Tekstslide

codominantie 
als beide dominant zijn en samen tot uiting komen
bijvoorbeeld bloedgroepen
  • bloedgroep O , A, B, AB 


Slide 23 - Tekstslide

Schrijfwijze genen
dominante gen
hoofdletter
 bijv.  R of A  
recessieve gen
kleine letter
bijv.   r of a 
intermediair
superscript
Ar Ar / Aw Aw/ Aw Ar
meerdere varianten (bloed)
Io, IB, IA 

Slide 24 - Tekstslide

Rr is een code voor een genenpaar. Is
dit genenpaar homozygoot of
heterozygoot?
timer
0:30
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 25 - Quizvraag

Pjotr zijn lettercode voor haarkleur
is Aa. Zijn haar is bruin. Is de kleur
voor zijn haar dominant of recessief?
timer
0:30
A
Dominant
B
Recessief

Slide 26 - Quizvraag

Sarah is homozygoot recessief voor het gen dat ervoor
zorgt dat ze een wipneus heeft. Wat is de lettercode
van haar genenpaar? Gebruik de letter B/b
timer
0:30

Slide 27 - Open vraag

genetische variatie: recombinatie
verscheidenheid aan genotypen binnen een soort
tijdens meiose: recombinatie 


Slide 28 - Tekstslide

genetische variatie: mutatie 
Mutatie: door fout bij het kopiëren van het DNA voor het maken van nieuwe cellen is het genotype veranderd.
(Door de mutatie wordt er iets andere erfelijke informatie doorgegeven dan er oorspronkelijk bij de ouder aanwezig was)

Slide 29 - Tekstslide

Tweelingen
een-eiig: na bevruchting van de eicel splitst deze in 2 klompjes
twee-eiig: 2 apart bevruchte eicellen 
= genetisch hetzelfde 


= niet hetzelfde 

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag = huiswerk
  • Leg uit hoe  het fenotype van een organisme tot stand komt en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot dominant en recessief gebruiken. 
  • Leg uit hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan. 
  • + opdracht in classroom

Slide 31 - Tekstslide

Break-out
5 minuten 





Vraag beantwoorden in lessen-up!!

Slide 32 - Tekstslide

Wat voor gevaren lopen de vele nakomelingen
van Arts Jan Karbaat? 

Slide 33 - Tekstslide

Wat voor gevaren lopen de vele
nakomelingen van Arts Jan Karbaat?
(mutaties, genetische variatie,)
timer
5:00

Slide 34 - Open vraag

Tot donderdag!!

Slide 35 - Tekstslide