Woorden 5.5

Poezie af?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Poezie af?

Slide 1 - Tekstslide

woorden 5.5
Doel: 
Je kent de woorden en kunt deze ook in zinnen correct gebruiken.
Je weet wat spreekwoorden zijn en je kunt er 4 uitleggen.

Je gaat VLOGGEN

Slide 2 - Tekstslide

Woorden 5.5 blz.128
Wat: Schrijf die woorden op waarvan jij vindt dat ze met Corona te maken hebben. 

Hoe: in je schrift
Wanneer: tijdens de online les
Klaar?: maak er zinnen mee
timer
4:00

Slide 3 - Tekstslide

Spreekwoorden en uitdrukkingen
Een spreekwoord is een vaste zin met een wijsheid of tip.
  • Het is figuurlijk bedoeld
    Bijvoorbeeld: Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken. 


Slide 4 - Tekstslide

Welke spreekwoorden herken je in de volgende video?

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Opdrachten 
Wat: Maak de opdrachten van de studiewijzer: 
Start met de instaptoets en vervolg daarna je route.

Hoe: talent digitaal
Klaar: Maak de opdracht van de studiewijzer: tekeningen maken van de 4 spreekwoorden op blz.136  en foto uploaden in ELO.

Slide 7 - Tekstslide

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 8 - Tekstslide

Wat bedoelt men met het spreekwoord: de draad kwijt zijn?

Slide 9 - Tekstslide

Oefen op Quizlet 

Klik door naar volgende dia. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Extra opdracht= VLOGGEN
Maak een vlog over de situatie bij jou thuis nu je verplicht thuis moet blijven en niet naar school kan.

Laat zien hoe jij de dag door komt.
Ik hoop er een paar op onze website te kunnen plaatsen.
Gebruik minimaal 5  woorden van 5.5
en 1 spreekwoord

Slide 12 - Tekstslide

Raadsel tussendoor
Raadsel!! Goed lezen is de kunst:

1 konijn ziet 6 olifanten toen hij naar de rivier ging. Elke olifant zag 2 apen naar de rivier gaan.Elke aap heeft 1 papagaai in zijn handen. Hoeveel dieren gaan er naar de rivier?

Wie het eerst goede antwoord instuurt, wordt verrast.

Slide 13 - Tekstslide

Zet de woordsoorten in de juiste kolom in je schrift.

Slide 14 - Tekstslide