BS 10.5: De organen voor vertering

BS 10.5: De organen voor vertering
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 10.5: De organen voor vertering

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Terugblik basisstof 10.4
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg basisstof 10.5
  4. Opdrachten maken
  5. Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik BS 10.4
  1. Van waar tot waar loopt het verteringsstelsel?
  2. Wat is vertering?
  3. Welk verteringsklieren maken verteringssappen?
  4. Wat is darmperistaltiek?


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het verteringsstelsel noemen met hun functies.
  • Je kent de functies van speeksel en maagsap.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hier begint de vertering
Duwt voedsel naar keelholte
Sluit neus af bij slikken
Peristaltische beweging: duwt voedsel naar maag
Sluit luchtpijp af bij slikken

Slide 6 - Tekstslide

Speekselklieren
Speeksel = slijm dat bevat onder andere water
  • Zorgt dat voedsel beter glijdt
  • Doodt bacteriën
  • Helpt met vertering van zetmeel

Slide 7 - Tekstslide

Maag
  • bewaart voedsel: maagportier laat kleine beetjes door naar darmen
  • vermengt het met verteringssappen (kneden)

Slide 8 - Tekstslide

Maagsap
  • Bestaat uit onder andere water en maagzuur
  • Maagzuur = erg zuur en doodt bijna alle bacteriën in het voedsel
  • Helpt dus lichaam te beschermen tegen infecties

Slide 9 - Tekstslide

De twaalfvingerige darm
Verbindt de maag met de dunne darm
Hier komt alvleessap en gal bij voedsel
  • Alvleessap verteert eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 10 - Tekstslide

Gal
  • Wordt gemaakt in de lever
  • Opgeslagen in de galblaas
  • Helpt bij vertering van vetten, is geen verteringssap

Slide 11 - Tekstslide

Dunne darm
  • Vanaf twaalfvingerige darm naar dunne darm
  • Ongeveer 5 meter lang
  • Hierin darmsapklieren: maken darmsap
  • Verteert eiwitten en koolhydraten
  • Water in dunne darm maakt het voedsel wateriger: makkelijker voedingsstoffen op te nemen in bloed
  • Wat niet wordt verteerd gaat naar dikke darm 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Dikke darm
  • Ongeveer anderhalve meter lang
  • Voedselresten in de dikke darm bevatten nog veel water
  • In de dikke darm wordt bijna al het water uit de voedselresten gehaald --> wordt dikker
  • Bacteriën verteren de vezels

Slide 14 - Tekstslide

Endeldarm
  • Dikke voedselresten van dikke darm naar endeldarm
  • Tijdelijke opslag want anus sluit het af
  • Endeldarm vol = poepen

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten maken
BS 10.5: 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8

Slide 16 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?

Noem de organen en kort hun functies!

Slide 17 - Tekstslide