H3: Politieke Partijen 3.1 en 3.2

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Vandaag: 

1. Uitleg over H3 en H4

2. Cornell! 

3. Zelfstandig werken aan de vragen van H4

Samenvatten: Cornell-methode

Samen-vatting: 

Cornell-methode

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je herkennen en uitleggen wat Kiesrecht is en welke vormen er zijn. 

Aan het eind van de les kun je de 4 rollen geven die politieke partijen hebben en uitleggen waarom dit bij een democratie hoort

Hoofdvragen 3.1:

• Wat houdt kiesrecht in? Welke rollen spelen politieke partijen in de politiek?

Begrippen:

• Actief kiesrecht
• Passief kiesrecht
• Politieke partij

Welke partijen of personen uit de politiek ken je?

Kiesrecht

Actief kiesrecht:

het recht om te mogen stemmen.  (Iedereen met NL paspoort boven de 18)

Passief kiesrecht:
Het recht om je verkiesbaar te stellen. 

Aantekening - Rol van politieke partijen 

Politieke partijen proberen invloed uit te voeren op beleid (wetten e.d.) door:

1. Standpunten (hun ideeën) naar voren brengen via media. 

2. Vertegenwoordigen belangen van bepaalde groepen (voor voorbeelden zie blz. 31) 

3. Ze leveren mensen voor politieke functies (ministers / burgemeesters) 

4. Ze beïnvloeden mensen in politieke functies (praten met ministers / wethouders) 

Opdrachten:

Lezen: 3.1

Maken: vragen 3.1

Klaar? Dan zelfstandig de vragen maken vanaf blz. 36

Hoofdvragen:

• Hoe kun je politieke partijen indelen? 

Begrippen:

• Progressief
• Conservatief
• Politiek rechts
• Politiek links
• Politiek midden
• Passieve overheid
• Actieve overheid

Conservatief:

Behoudend > alles bij het oude houden. 

Bijv. hoge straffen op drugsbezit, homoseksuelen mogen niet trouwen, abortus verbieden en winkels moeten op zondag dicht. 

Progressief:

Vooruitstrevend > de maatschappij willen veranderen.

Bijv. meer vrouwen in top banen, hogere belasting op vlees, investeren in zonne- energie & (soft)drugs legaliseren normaliseren positie van LGBTQ+

"Zonnepanelen moeten veel goedkoper worden"

1. Progressief
2. Conservatief

"Ik vind niet dat homoseksuelen kinderen mogen adopteren"

1. Progressief
2. Conservatief

"Winkels mogen zelf bepalen wanneer ze open willen"

1. Progressief
2. Ceonervatief

"Abortus moet verboden worden"

1. Progressief
2. Conservatief

"De minister-president moet rechtstreeks door het volk gekozen worden"

1. Progressief
2. Conservatief

"De doodstraf is in het uiterste geval een rechtvaardige straf"

1. Progressief
2. Conservatief

"Belasting op vlees moet omhoog, zodat minder mensen vlees eten"

1. Progressief
2. Conservatief

Hoofdvragen:

• Hoe kun je politieke partijen indelen? 

Begrippen:

• Progressief
• Conservatief
• Politiek rechts
• Politiek links
• Politiek midden
• Passieve overheid
• Actieve overheid

Bekijk de extra info filmpjes!

En maak daarna de vragen!

D66

PvDA

PVV

VVD

Geert Wilders 

Mark 

Rutte 

Lodewijk 

Asscher 

Rob 

Jetten

"meer vrijheid voor ondernemers is goed voor de economie"

1. Rechts
2. Midden
3. Links

"Goede voetballers zijn hun miljoenen salaris meer dan waard"

1. Rechts
2. Midden
3. Links

"Wie meer verdient, moet minder kinderbijslag krijgen"

1. Rechts
2. Midden
3. Links

Leg uit waarom de stelling: "mensen die hulp nodig hebben moeten door hun familie geholpen worden voordat de overheid hulp biedt" past bij het CDA.

"........ vindt dat abortus en euthanasie altijd verboden moeten zijn"

1. GroenLinks
2. VVD
3. SP
4. SGP

"......." wil dat Nederland zo weinig mogelijk nieuwe immigranten toelaat.

1. SP
2. PVDA
3. PVV
4. PVDD

Op welke partij zou jij stemmen? Leg je antwoord uit.

Hoofdvragen 3.1:

• Wat houdt kiesrecht in? Welke rollen spelen politieke partijen in de politiek?

Begrippen - CORNELL

• Actief kiesrecht
• Passief kiesrecht
• Politieke partij

Hoofdvragen:

• Hoe kun je politieke partijen indelen? 

Begrippen - CORNELL

• Progressief
• Conservatief
• Politiek rechts
• Politiek links
• Politiek midden
• Passieve overheid
• Actieve overheid

Dit was H3! Door met H4! 

Straks controle :)