Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Week 2 V3
Programm
Rückblick und Lernziele 5 min
Was machten wir letztes Mal?
Was lernst du heute?
Aufgaben Rosa Heft 20 min
in Breakoutrooms
Aufgabe 21
(Lesen)
,
22
(Grammatik Wiederholung)
und
23+24
(meew. vw)
Evaluation
5 min
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Programm
Rückblick und Lernziele 5 min
Was machten wir letztes Mal?
Was lernst du heute?
Aufgaben Rosa Heft 20 min
in Breakoutrooms
Aufgabe 21
(Lesen)
,
22
(Grammatik Wiederholung)
und
23+24
(meew. vw)
Evaluation
5 min
Slide 1 - Tekstslide
Rückblick
Was machten wir letztes Mal?
Slide 2 - Tekstslide
Lernziele
Je kunt zeggen of iets aan of voor iemand is (A2)
Slide 3 - Tekstslide
zinsontleding
onderwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Slide 4 - Tekstslide
Satzanalyse = zinsontleding
Subjekt = onderwerp
Verben = werkwoordn
Akkusativobjekt = lijdend voorwerp
Dativobjekt = meewerkend voorwerp
Slide 5 - Tekstslide
die Fälle
Subjekt = Nominativ (1)
Akkusativobjekt = Akkusativ (4)
Dativobjekt = Dativ (3)
Slide 6 - Tekstslide
Beispiel: Nominativ
De vrouw geeft het meisje een kado.
de vrouw = onderwerp/Subjekt
Frau = feminin
1. Fall feminin = die (
der-Schema)
Die Frau
geeft het meisje een kado.
Slide 7 - Tekstslide
Beispiel: Akkusativobjekt
De vrouw geeft het meisje een kado.
lijdendvoorwerp/ Akkusativobjekt = een kado
das Geschenk = neutral (het kado)(
ein Schema)
4. Fall neutral
= ----
Die Frau
geeft het meisje
ein
Geschenk
Slide 8 - Tekstslide
Beispiel: Dativobjekt
De vrouw geeft het meisje een kado.
het meisje = meewerkendvoorwerp/Dativobjekt
das Mädchen = neutral (
der Schema)
Dativ neutral = dem
Die Frau geeft
dem Mädchen
ein Geschenk.
Slide 9 - Tekstslide
Die Lösung: de oplossing
De vrouw geeft het meisje een kado.
Die Frau gibt dem Mädchen ein Geschenk.
Slide 10 - Tekstslide
(Ik) kann das nicht.
timer
0:30
Slide 11 - Open vraag
Mein ..... Freund hat ein..... Küche.
timer
2:00
Slide 12 - Open vraag
D.... Lehrer öffnet ein.... Tür.
timer
2:00
Slide 13 - Open vraag
Was hast du d.... Mann gesagt?
timer
1:00
Slide 14 - Open vraag
Was hast du ...(jouw) Kind gegeben?
timer
1:00
Slide 15 - Open vraag
Aufgaben ab Seite 26
21
-> Lesen
22
-> Wiederholung Grammatik
23
-> 3e nmvl -> meewerkend voorwerp
24
-> 3e nmvl -> meewerkend voorwerp
Meewerkend voorwerp -> aan wie/voor wie
Slide 16 - Tekstslide
Aufgaben ab Seite 26
21
-> Lesen
22
-> Wiederholung Grammatik
23
-> 3e nmvl -> meewerkend voorwerp
24
-> 3e nmvl -> meewerkend voorwerp
Arbeite in den Breakoutrooms zusammen
Am Ende der Stunde-> Antworten auf Padlet
Slide 17 - Tekstslide
Je kunt zeggen of iets aan of voor iemand is (A2)
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quizvraag
Beschrijf jouw aandeel in de les
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Satzanalyse
November 2018
- Les met
11 slides
Duits
WO
Satzanalyse
November 2018
- Les met
11 slides
Duits
WO
Die Fälle
April 2020
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
5V_GrammatikH_Werkwoorden met een afwijkende naamval
Maart 2022
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Grammatik: voorzetsels met de 3e en 4e naamval
September 2018
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
üben 3. und 4. Fall
Juni 2020
- Les met
40 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Gramm. voorzetsels met de 3e en 4e naamval
Mei 2020
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Klas 2A/B oefenen 1e t/m 4e naamval incl. bezittelijke voorn.woorden
Juni 2020
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2