BS 4.4: planten en dieren

BS 4.4: planten en dieren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 4.4: planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet

Slide 2 - Tekstslide

Wat is kenmerkend voor alleen de plantencel?
A
Aanwezigheid van een celkern
B
Aanwezigheid van een bladgroenkorrels
C
Aanwezigheid van een celwand
D
Aanwezigheid van een celmembraan

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Link

Planten ordenen

Slide 5 - Tekstslide

1. Manier van voortplanting

  • Zaadplanten: planten zich voort door zaden
  • Sporenplanten: planten zich voort met sporen (eencellig)

Slide 6 - Tekstslide

2. Plantenorganen
Planten kun je ook ordenen door te kijken naar bepaalde organen, bijv. vaten:

Ja? --> vaatplanten
Nee? --> mossen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Waar kijken we naar bij het ordenen van dieren?
A
Hoe ze zich voortplanten
B
Waar ze leven
C
Of ze een skelet hebben
D
Op wat voor soort poten ze hebben

Slide 10 - Quizvraag

Dieren ordenen

Slide 11 - Tekstslide

Symmetrie
  1. Wat voor soort symmetrie hebben ze?
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Niet-symmetrisch 

Slide 12 - Tekstslide

Het skelet
     2. Wat voor soort skelet                      hebben ze?
  • Uitwendig skelet
  • Inwendig skelet 
  • Geen skelet

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan de slag
Maak BS4
Opdracht 1-2-3
Opdracht 5-8-9

Slide 16 - Tekstslide