Deeltaak 4 Week 3

Deeltaak 4 Week 3
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deeltaak 4 Week 3

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele für heute

- Ihr lernt die starken Verben mit e im Stamm zu deklinieren
(vervoegen) 
- Ihr könnt Fragen stellen und Antworten geben über die Zukunft

Slide 2 - Tekstslide

Planung für heute
    Planning:

    - Erklärung sterke werkwoorden met  e in de stam
    - Hören Sprachmittel
    - afsluiting
                  

    Slide 3 - Tekstslide

    Sterke werkwoorden
    Wiederholung
    Sterke werkwoorden noemen we werkwoorden die in de verleden tijd klinkerverandering krijgen. 
    Bijna altijd geldt: in het Nederlands sterk, in het Duits sterk. 
    (z.B.: schlafen, fahren, lesen,...)

    Slide 4 - Tekstslide

    Sterke werkwoorden
    mit a
    Wiederholung

    Slide 5 - Tekstslide

    Slide 6 - Tekstslide

    Bij sterke werkwoorden met een a-klank verandert
    A
    a -> ä
    B
    a -> i
    C
    er verandert niets

    Slide 7 - Quizvraag

    Wat is de goede vervoeging?
    Du (fahren) ... nach Berlin.
    A
    fahrst
    B
    fährt
    C
    fährest
    D
    fährst

    Slide 8 - Quizvraag

    Vul de juiste vervoeging in:
    Der Jaguar (laufen) ....... sehr schnell.
    A
    lauft
    B
    läuft
    C
    löp
    D
    läufst

    Slide 9 - Quizvraag

    Sterke werkwoorden
    mit e-i Wechsel

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Link

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Tekstslide

    Slide 14 - Tekstslide

    Slide 15 - Tekstslide

    Slide 16 - Tekstslide

    Slide 17 - Tekstslide

    Slide 18 - Tekstslide

    Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:
    A
    e->ie
    B
    e-> ee
    C
    e->i

    Slide 19 - Quizvraag

    Bij sterke werkwoorden verandert met een lange e-klank:
    A
    e->i
    B
    e->ie
    C
    e->ee
    D
    er verandert niets

    Slide 20 - Quizvraag

    Vul de juiste vervoeging in.
    Du (helfen) ......... mir immer gut.
    A
    hilfst
    B
    helfst
    C
    hielfst
    D
    helpst

    Slide 21 - Quizvraag

    Vul de juiste vervoeging in.
    Paul (sprechen) .......... gut Deutsch
    A
    sprecht
    B
    spriecht
    C
    spreekt
    D
    spricht

    Slide 22 - Quizvraag

    Du ........... jetzt mein Gesicht.
    A
    sehst
    B
    siehst
    C
    siehts
    D
    sieht

    Slide 23 - Quizvraag

    Meine Schwester (lesen) ......... ein Buch.
    A
    lest
    B
    lies
    C
    liest
    D
    leest

    Slide 24 - Quizvraag

    Du ......... mir ein Geschenk.
    A
    gebst
    B
    gibst
    C
    gibt

    Slide 25 - Quizvraag

    Meine Tante ........... uns mit.
    A
    nimmt
    B
    nihmt
    C
    nehmt
    D
    nimt

    Slide 26 - Quizvraag

    Weet je hoe je een sterk werkwoord herkend en hoe je een sterk werkwoord met e in de stam moet vervoegen?
    ja
    nee

    Slide 27 - Poll

    Sprachmittel hören
    Seite 72, Aufgabe 30

    Slide 28 - Tekstslide

    Gib jetzt die Antworten:

    Slide 29 - Tekstslide

    extra luistervaardigheid
    ik stuur jullie een link met een LessonUp, die je moet maken met een filmpje!

    Slide 30 - Tekstslide

    Wie geht es weiter?
    Online- Gruppe: arbeitet selbstständig weiter an den Bausteinen (kann Fragen stellen über Teams)
    Gruppe in der Schule:  arbeitet selbstständig weiter an den Bausteinen. 
    Wie beenden die Stunde gemeinsam!!

    Slide 31 - Tekstslide

    Hast du noch eine Frage?
    Hast du viel geschafft?

    Slide 32 - Open vraag

    Habt ihr noch Fragen?
    Diese Woche: 
    Baustein 6 und 7 (Grammatica sterke werkwoorden met e in de stam en Sprachmittel)
    Luisterdossier 


    Slide 33 - Tekstslide