1G - Unit 3, What do you remember?

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

GRAMMAR UNIT 3

WHAT DO YOU REMEMBER?

Weet je nog welke grammatica onderwerpen dit hoofdstuk al zijn behandeld?
Hint: Het zijn er 4.

3.1 Present Simple
Wat weet je nog over de Present Simple?

3.1 Present Simple
Wanneer gebruik je de Present Simple?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

3.1 Present Simple
Hoe maak je de Present Simple in een bevestigende zin?

1. am / is / are + ww + ing
2. ww (+ (e)s)
3. ww + ed
4. am / is / are + ww + (e)s

Present Simple

Gebruik je wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt, bij een feit en bij een mening.

I / You / We / They           WW

He / She / It                       WW + (e)s

3.1 Present Simple
Wanneer gebruik je +es en wanneer alleen +s?

Complete the sentence (Present Simple):
"He ... (to borrow) my bike every weekend."

1. borrows
2. is borrowing
3. borrowed
4. borrowes

Complete the sentence (Present Simple):
"I ... (to answer) a lot of questions."

1. answering
2. answer
3. answers
4. am answering

Complete the sentence (Present Continuous):
"Anne and John ... (to work) on the computer a lot."

Present Simple

+

-

?

I / You / We / They           WW

He / She / It                       WW + (e)s

I / You / We / They           don't + WW

He / She / It                       doesn't + WW

Do + I / You / We / They + WW

Does + He / She / It + WW

Present Simple

+

-

?

I read a lot.

She reads a lot.

I don't read a lot.

She doesn't read a lot.

Do you read a lot?

Does she read a lot?

Complete the sentence (Present Simple):
"... that girl ... (to make) videos?"

Complete the sentence (Present Simple):
"The girls ... (not / to dance) in front of boys."

Weet je nu weer hoe de Present Simple in elkaar zit?

1. Ja!
2. Jawel, maar extra oefenen zou fijn zijn.
3. Ik snap het nog steeds niet..

3.2 Aanwijzende voornaamwoorden
Wat weet je nog over dit onderwerp?

Aanwijzende

Voornaamwoorden

Dichtbij            Verweg

Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those

Complete the sentence:
"... book here is great!"

1. This
2. That
3. These
4. Those

Complete the sentence:
"... birds are really fast!"

1. This
2. That
3. These
4. Those

Complete the sentence:
"... cats you are hugging are my neighbours' cats."

1. This
2. That
3. These
4. Those

3.4 Verwijswoorden
Wat weet je nog over dit onderwerp?

Verwijswoorden

One         Enkelvoud

Ones       Meervoud

Complete the sentence:
"This book is lovely. No, I like that ... better."

1. One
2. Ones

Complete the sentence:
"Do you like cookies? Have you tried those chocolate ... ?"

1. One
2. Ones

Complete the sentence:
"I am looking for a new sweater. - Our new ... are over there!"

1. One
2. Ones

3.5 Some & Any
Wat weet je nog over dit onderwerp?

Wat zouden "Some" of "Any" in het Nederlands kunnen betekenen?

1. Iemand, iets, ergens
2. Soms, altijd, nooit
3. Sommige, enkele, enige

Some & Any

Some       Bevestigende zin

Any          Ontkennende &    

                  Vragende zin

Complete the sentence:
"I am thirsty. I would like ... tea."

1. Some
2. Any

Complete the sentence:
"They haven't got ... envelopes."

1. Some
2. Any

Complete the sentence:
"My hands are freezing, but I haven't got ... gloves."

1. Some
2. Any

Complete the sentence:
"Are there ... shoes on offer?"

1. Some
2. Any

Complete the sentence:
"We have got ... bananas."

1. Some
2. Any

NEW! Short Answers

Short Answers zijn letterlijk korte antwoorden die je geeft op een vraag, bestaande uit 3 of 4 woorden en altijd beginnende met Yes of No.

Do you like books?     Yes, I do

                                         No, I don't

NEW! Short Answers

Begin jouw Short Answer dus altijd met Yes of No.

Maak jouw Short Answer nooit langer dan 3 of 4 woorden, door simpelweg alleen het hulpwerkwoord en het onderwerp uit de zin te herhalen.

NEW! Short Answers

Can I borrow your pen?    Yes, you can.

                                                   No, you can't.

Does she love me?    Yes, she does.

                                              No, she doesn't.

Complete the sentence using a Short Answer:
"Are your parents at home? - Yes, ... "

Complete the sentence using a Short Answer:
"Does your dog bark a lot? - No, ... "

Complete the sentence using a Short Answer:
"Have you seen that movie? - Yes, ... "

Complete the sentence using a Short Answer:
"Is grandma home? - No, ... "

Complete the sentence using a Short Answer:
"Do you love me? - Yes, ... "

Weet je nu je een Short Answer moet vormen in het Engels?

1. Ja!
2. Jawel, maar extra oefenen zou fijn zijn.
3. Ik snap het nog steeds niet..

Heb je op dit moment vragen over de Present Simple, Aanwijzende VNW., Verwijswoorden, Some & Any of Short Answers? Zo ja, stel de vraag!