College 2: vorming van eiwitten in detail, genregulatie in detail

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe op basis van een DNA sequentie eiwitten worden gevormd door middel van de processen transcriptie en translatie.
2. Je kunt alle betrokken onderdelen bij deze processen benoemen en in hun functie verklaren.
3. Je kunt uitleggen hoe de expressie van genen in de cellen wordt gereguleerd.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe op basis van een DNA sequentie eiwitten worden gevormd door middel van de processen transcriptie en translatie.
2. Je kunt alle betrokken onderdelen bij deze processen benoemen en in hun functie verklaren.
3. Je kunt uitleggen hoe de expressie van genen in de cellen wordt gereguleerd.

Slide 1 - Tekstslide

Eiwitsynthese
Stap 1: transcriptie
Tussenstap: bewerken pre-mRNA
(splicing en capping)

Stap 2: translatie

Stap 3: vouwing en transport

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Transcriptie

Slide 4 - Tekstslide

RNA splicing: bewerking na transcriptie






mRNA wordt bewerkt. Daarna verlaat het mRNA de kern.






Slide 5 - Tekstslide

Translatie
  • Per 3 nucleotiden wordt mRNA gelezen (codon)
  • Er zijn 4x4x4 = 64 codons
  • Elk codon codeert een aminozuur of stopcodon
  • Translatie van startcodon (AUG) tot stopcodon.
  • Uitgevoerd door ribosoom

Slide 6 - Tekstslide

Transcriptie - translatie

Slide 7 - Tekstslide

tRNA
Bijvoorbeeld:
codon voor Serine, AGC, wordt gelezen door tRNA met anticodon UCG
 

Slide 8 - Tekstslide

RNA codons --> aminozuren

Slide 9 - Tekstslide

Het golgi-systeem (de laatste stap)
Eiwitten uit het RER en GER gaan via blaasjes naar het golgi-systeem

Dit systeem is de fabriek van de cel, dwz dat heel veel processen via het golgi-systeem gaan


zie theorie 1.4


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Toestand van DNA heeft invloed

Slide 12 - Tekstslide

Epigenetica

Slide 13 - Tekstslide

Methylering van DNA

Slide 14 - Tekstslide

Steviger/losser binden van DNA door histon eiwitten 
& DNA-methylering
DNA-methylering

Slide 15 - Tekstslide

Methylering DNA




Methylering van Cytosine wordt beïnvloed door invloeden van buitenaf (stress/ eetpatroon). 

Slide 16 - Tekstslide

Genregulatie bij eukaryoten
  • Functie van de cel is bepalend
  • Omstandigheden zijn bepalend

Transcriptiefactoren zijn nodig om RNA-polymerase transcriptie te laten starten
  • Activators binden aan enhancers = buigen DNA = andere transcriptiefactoren en RNA-polymerase kunnen binden aan promotor = transcriptie
  • Repressors blokkeren dit juist

Slide 17 - Tekstslide

Genregulatie eukaryoot
  • DNA regulatorgenen coderen voor transcriptiefactoren
  • RNA-polymerase kan alleen aan promotor binden als daar transcriptiefactoren aanwezig zijn
  • Cellen specialiseren

Slide 18 - Tekstslide

Genregulatie eukaryoten
  • Activators binden aan enhancers, DNA buigt, transcriptiefactoren en RNA-polymerase binden aan promotor
  • Respressors binden en blokkeren transcriptie
  • Als DNA compact gemaakt wordt kunnen transcriptiefactoren en RNA-polymerase niet binden

Slide 19 - Tekstslide

Repressie bij prokaryoot (operon)

Slide 20 - Tekstslide

Expressie bij prokaryoot (operon)

Slide 21 - Tekstslide