SO par. 2.1, 2.3 en 2.4

Welkom! 
Deze LessonUp is een SO. Je hebt alleen LessonUp en Google Meet open (met webcam en microfoon aan). Telefoons zijn weg/uit, boeken zijn weg en het gebruik van andere websites is niet toegestaan. 

Op de volgende dia vind je meer instructies.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Deze LessonUp is een SO. Je hebt alleen LessonUp en Google Meet open (met webcam en microfoon aan). Telefoons zijn weg/uit, boeken zijn weg en het gebruik van andere websites is niet toegestaan. 

Op de volgende dia vind je meer instructies.

Slide 1 - Tekstslide

Toelichting toets
  • Bij elke vraag staat hoeveel punten je kunt krijgen.
  • De toets is een mix van open vragen en multiple choice vragen. Bij de open vragen moet je, indien gevraagd, je antwoord uitleggen.
  • De toets duurt maximaal 30 minuten.
  • Vragen staan per leerling door elkaar, iedereen heeft een andere versie!
  • Klik bij elke vraag op 'bewaren'.
  • Klik na de laatste vraag rechtsonder op 'x'. 
  • Ben je klaar met de toets, klik op 'inleveren'.  

Slide 2 - Tekstslide

Welk begrip is NIET van toepassing op de afbeelding?
A
Commerciële dienstverlening
B
Re-urbanisatie
C
Toerisme
D
Demografische krimp

Slide 3 - Quizvraag

Na de Tweede Wereldoorlog heeft Rotterdam twee fases van stedelijke vernieuwing gekend: net na WOII en na 1980.
Tijdens welke fase, net na WOII of na 1980, werd de leefbaarheid het best? Leg je keuze uit!

Slide 4 - Open vraag

Hieronder staan 3 stellingen:
1. Als gevolg van cityvorming neemt de woningdichtheid toe.
2. Rondom het CBD zijn vooral woonwijken na 1980 te vinden.
3. Banken en verzekeringsbedrijven zijn voorbeelden van de quartaire sector.
Neem de cijfers 1 t/m 3 over en geef aan of de stelling juist/onjuist is.

Slide 5 - Open vraag

In de bron zie je de Kop van Zuid. Hier heeft herinrichting plaatsgevonden.
Geef eerst aan hoe dit terug te zien is in de bron. Geef daarna een reden waarom herinrichting noodzakelijk was.

Slide 6 - Open vraag

Een leerling krijgt de opdracht om de vier foto’s in de juiste volgorde te zetten vanuit het centrum van de stad naar de buitenrand van de stad. Wat is de juiste volgorde bij een stad volgens het model van een (Europese) stad?
(Klik op de afbeelding om te vergroten)
A
1-2-3-4
B
2-3-1-4
C
2-3-4-1
D
3-2-4-1

Slide 7 - Quizvraag

Door de infrastructuur aan te passen kan de filedruk en de
luchtvervuiling in de Randstad verminderd worden.
Noem een voorbeeld van een aanpassing van de infrastructuur in de Randstad die kan leiden tot minder filedruk en minder luchtvervuiling.

Slide 8 - Open vraag

Bekijk de afbeelding.
Welk begrip hoort bij de tijden 7 t/m 9 en 16 t/m 18?

Slide 9 - Open vraag

Suburbanisatie heeft de afgelopen tientallen jaren geleid tot files.
Leg deze uitspraak uit. Maak in je uitleg gebruik van de begrippen ‘forens’ en ‘woon-werkverkeer’.

Slide 10 - Open vraag

Vanaf 1960 is de mobiliteit toegenomen.
Geef hiervoor twee oorzaken.

Slide 11 - Open vraag

Vanuit verschillende dimensies bekeken kan gezegd worden dat congestie flink wat nadelen kent.
Geef vanuit de economische dimensie een nadeel van congestie.

Slide 12 - Open vraag

Op de kaart in zijn vier regio’s aangegeven (1 t/m 4). Twee van deze regio’s zijn krimpgebieden en in twee regio’s groeit de bevolking. Wat is de juiste combinatie
van cijfer en soort gebied?

A
Krimp 1 en 2 Groei 3 en 4
B
Krim 1 en 4 Groei 2 en 3
C
Krim 2 en 3 Groei 1 en 4
D
Krimp 3 en 4 Groei 1 en 2

Slide 13 - Quizvraag

Klik op de afbeelding voor vergroting.
In welke volgorde staan de voorzieningen van kleinste reikwijdte naar grootste
reikwijdte?
A
Bakker / middelbare school / voetbalstadion De Kuip / Schiphol
B
Middelbare school / bakker / voetbalstadion De Kuip / Schiphol
C
Middelbare school / voetbalstadion De Kuip / Schiphol / bakker
D
Schiphol / voetbalstadion De Kuip / middelbare school / bakker

Slide 14 - Quizvraag

Zet de volgende begrippen op volgorde van weinig naar veel inwoners. Schrijf alleen de hoofdletters (A t/m F) op.
A. Agglomeratie/ B. Centrale stad/ C. Dorp/ D. Megalopolis/ E. Stadsgewest/ F. Stedelijk gebied.

Slide 15 - Open vraag

Bekijk de afbeelding (klik voor vergroting).
Neem de letters A, B en C over en zet achter elke letter of het gaat om Nederland, krimpgebieden of de 4 grote steden.

Slide 16 - Open vraag

Je ziet een bevolkingspiramide. Je ziet dan per leeftijdsgroep het aantal mensen.
In welk jaar is sprake van een grotere demografische druk: 2000 of 2050? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Noem twee soorten voorzieningen die het beste passen bij een krimpgebied.
Tip: denk aan de demografische dimensie.

Slide 18 - Open vraag

Groeigebied
Krimpgebied
Ontgroening
Groene druk
Leegstand
Afname draagvlak
Vooral aantrekkingsfactoren
Clustering voorzieningen
Kinderdagverblijf

Slide 19 - Sleepvraag