voltooid deelwoord: maak zelf een zin

Nederlands 

Maak een zin met een voltooid deelwoord.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 

Maak een zin met een voltooid deelwoord.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Voltooid deelwoord

  • Ik kan een zin maken met een voltooid deelwoord.
  • Ik kan het voltooid deelwoord goed schrijven: -d of =t


 

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg
Volgorde van een zin met een voltooid deelwoord:

1                         2a          3                            3                             2b
Ik                        heb      gisteren              mijn kamer        opgeruimd.
Mijn moeder heeft    vanochtend     haar koffer         ingepakt.
We                     zijn        zaterdag           naar de markt    geweest.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg 
SOFTKETCHUP   =  voltooid deelwoord met een t

werken  
werk|en
              =   gewerkt


Slide 4 - Tekstslide

Uitleg
GEEN SOFTKETCHUP   =  voltooid deelwoord met een D

duwen
duw|en
      w        =   geduwd


Slide 5 - Tekstslide

1. Maak en zin met een voltooid deelwoord:

Ik - hebben - kopen

Slide 6 - Open vraag

2. Maak en zin met een voltooid deelwoord:

Mustafa - hebben - eten - koken

Slide 7 - Open vraag

3. Maak en zin met een voltooid deelwoord:

opruimen - mijn vader en moeder - ons huis - hebben

Slide 8 - Open vraag

4. Maak en zin met een voltooid deelwoord:

op de liftknop - mijn vriendin - drukken- hebben

Slide 9 - Open vraag

5. Maak een zin met een voltooid deelwoord:
hebben - wandelen

zin: 1 2a 3 2b


Slide 10 - Open vraag

6. Maak en zin met een voltooid deelwoord:
zijn - rijden

zin: 1 2a 3 2b

Slide 11 - Open vraag

7. Maak en zin met een voltooid deelwoord:
wandelen - hebben

zin: 1 2a 3 2b

Slide 12 - Open vraag

8. Maak en zin met een voltooid deelwoord:
bakken - heeft - zaterdag

zin: 1 2a 3 3 2b

Slide 13 - Open vraag

9. Maak en zin met een voltooid deelwoord:
Olena - eten - hebben - zondag

zin: 1 2a 3 3 2b

Slide 14 - Open vraag

10. Maak en zin met een voltooid deelwoord:
bellen - ik - hebben

zin: 1 2a 3 3 2b

Slide 15 - Open vraag

Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 16 - Open vraag

Ik vond de les ......
A
gemakkelijk
B
wel goed te doen
C
beetje moeilijk
D
heel moeilijk

Slide 17 - Quizvraag

Ik vond de les .....
A
niet leerzaam
B
leerzaam

Slide 18 - Quizvraag

Einde

Bedankt voor het meedoen!


Goed gewerkt!

Slide 19 - Tekstslide