Terugkijken naar de doelen
1) Je kunt zinsdelen herkennen.
2) Je kunt het werkwoordelijk gezegde herkennen.
3) Je kunt zinnen en vraagzinnen maken met een
persoonsvorm en een voltooid deelwoord.
Vraag
Wat is de volgorde in een zin en in een vraagzin met een voltooid deelwoord? Denk hier in stilte over na (halve min).