Last lesson P4 TB

Meta Profesional 
Leerjaar 1 P4
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Meta Profesional 
Leerjaar 1 P4

Slide 1 - Tekstslide


A
el cheese
B
la café
C
el queso
D
la quesa

Slide 2 - Quizvraag


A
las manzanas
B
la verduras
C
la manzaan
D
el zumos

Slide 3 - Quizvraag

Het middageten
A
la cena
B
el desayuno
C
el lunch
D
la comida

Slide 4 - Quizvraag

Het ontbijt
A
el mañanero
B
el desayuno
C
la cena
D
La desayuna

Slide 5 - Quizvraag

Weet jij de betekenis van deze Spaanse regelmatige werkwoorden? 
Zet de juiste bij elkaar.
comer
bailar
hablar
vivir
cantar
ir
jugar
trabajar
escribir
viajar
beber
poder
schrijven
gaan
dansen
drinken
praten
leven, wonen
werken
eten
kunnen
reizen
zingen
spelen

Slide 6 - Sleepvraag

Verschillen tussen SER en ESTAR

SER -> permanente eigenschappen
ESTAR -> tijdelijke staat + zich bevinden

Slide 7 - Tekstslide

Zet de juiste vorm bij de persoonsvorm van 'ser'
yo
él
nosotros
vosotros
ellos
eres
somos
soy
son
es
sois

Slide 8 - Sleepvraag

Zet de juiste vorm bij de persoonsvorm van 'estar'
yo
él
nosotros
vosotros
ellos
estás
estamos
estoy
estan
está
estais

Slide 9 - Sleepvraag

Kies tussen ser en estar:
Maria _____ en mi casa.
A
es
B
está
C
ser
D
eres

Slide 10 - Quizvraag

Kies tussen ser en estar:
Pedro ........ mi hermano
A
está
B
es

Slide 11 - Quizvraag

Welk werkwoord gebruik je om te zeggen dat je iets leuk of lekker vindt?

Slide 12 - Open vraag

Welk werkwoord gebruik je om te zeggen: willen of houden van

Slide 13 - Open vraag

Welke zin is juist?
A
Quiero un café
B
Yo querer café
C
Quieres una coffee
D
Queremos uno café

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Quiero bailemos en el restaurante
B
Quiero comer en un restaurante
C
Quieres unas comidas
D
Queremos uno desayuno

Slide 15 - Quizvraag

Hoe vraag je in het Spaans:
'Hoe laat is het?
A
¿Cómo es la hora?
B
¿Qué hora es?
C
¿Cuál es la hora?
D
¿Qué son las horas?

Slide 16 - Quizvraag

¿Qúe hora es? Es la....
A
Uno y quince
B
Una y cuarto
C
Uno y cuatro
D
Una y quince

Slide 17 - Quizvraag

¿Qúe hora es?
A
16:30
B
4:30
C
15:30
D
17:30

Slide 18 - Quizvraag


¿Qúe hora es?
A
Son las once menos diez
B
Son las once y cincuenta
C
Son las diez y cincuenta
D
Son las nueve en punto

Slide 19 - Quizvraag

¿Qúe hora es?
A
Es la una
B
Son las cuatro en punto
C
Son las nueve de la mañana
D
Son las doce en punto

Slide 20 - Quizvraag

Schrijf op (in hele zin):
Ik ben jarig op 12 december (eigen datum!)

Slide 21 - Open vraag

El desayuno
La comida
La cena
14.00 - 16.00
08.00-10.00
20.00 - 23.00

Slide 22 - Sleepvraag

El verbo 'poder' = kunnen/mogen
(zie pag. 43)

Slide 23 - Tekstslide

Yo ........ beber alcohol
A
poder
B
puede
C
puedo
D
podo

Slide 24 - Quizvraag

Nosotros ................ jugar a futból
A
poder
B
puedo
C
podemos
D
pueden

Slide 25 - Quizvraag

Él no ............ trabajar
A
poder
B
puedo
C
puede
D
podemos

Slide 26 - Quizvraag

Juan .......... viajar a España
A
poder
B
puede
C
podemos
D
podo

Slide 27 - Quizvraag

Noem de 12 maanden van het jaar

Slide 28 - Woordweb

Ik ben klaar voor de toets
ja
een beetje
nee
welke taal was dit allemaal?

Slide 29 - Poll