herhaling taal

• Taal
• Lager onderwijs

Herhaling: taal thema 4

rijmwoorden

Klik op het woord dat niet rijmt op plank.

1. mank
2. drank
3. knap
4. stank

Klik op het woord dat niet rijmt op zweer.

1. peer
2. meer
3. heer
4. wip

Klik op het woord dat niet rijmt op brood.

1. groen
2. bloot
3. groot
4. stoot

Klik op het woord dat rijmt op sleutel.

1. keutel
2. keuken
3. kleuter
4. geuren

Klik op het woord dat rijmt op pillen.

1. mikken
2. stippen
3. willen
4. likken

Klik op het woord dat rijmt op kasteel.

1. scherm
2. klavier
3. versier
4. verveel

woordenschat

Lang naar iets of iemand kijken.

dapper

Deel van een verhaal in een boek. 

speciaal

het hoofdstuk

aanstaren

bijzonder

moedig

heel proper

praten

heel vies

Wat je betaalt om binnen te mogen.

babbelen

de inkom

stralend schoon

smerig

helemaal

Afspraak over hoe je een spel speelt.

meedoen

lawaai

de spelregel

deelnemen

het kabaal

totaal

het alfabet

Welke letter komt er na de v?

Welke letter komt er na de e?

Welke letter komt er tussen de n en de p?

Zet de woorden in alfabetische volgorde.

knikkerbaan

bal

auto

lego

poppen