a Er wordt gebruik gemaakt van de ik-verteller. Dit zie je aan de woorden ‘mijn vader’, ‘mijn moeder’ en ‘me’. Het verhaal is in de eerste persoon geschreven.
b In dit stukje tekst komen de moeder en de vader van de hoofdpersoon voor.
c Na het lezen van dit fragment weet je over de vader dat hij veel tv kijkt en op hoge leeftijd ‘verliefd’ is geworden op een kogelslingeraarster die hij op tv zag. Van de moeder weet je na het lezen van het fragment nog niet zo veel.