Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
Een werkwoord geeft aan wat er wordt gedaan of gebeurt. Werkwoorden zijn doe-woorden.
Alle werkwoorden in één zin noem je samen het werkwoordelijk gezegde.
Het hoofdwerkwoord in een zin heet het zelfstandig werkwoord (zww). Dit werkwoord geeft de belangrijkste betekenis van het werkwoordelijk gezegde. De andere werkwoorden in de zin zijn hulpwerkwoorden.
Een zelfstandig werkwoord kan een persoonsvorm zijn, een infinitief (heel werkwoord) of een voltooid deelwoord:
Het meisje plakt haar band. (persoonsvorm)
De jongens gaan morgen na school samen wat eten. (infinitief)
Thomas heeft op tv naar de wedstrijd gekeken. (voltooid deelwoord)