2.7 verder

Vandaag gaan we verder met 2.7 

Maar eerst: 

nieuwe info
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag gaan we verder met 2.7 

Maar eerst: 

nieuwe info

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het woord:
infinitief
A
oneindig
B
iets met je gevoel doen
C
heel werkwoord
D
iets afmaken

Slide 2 - Quizvraag

Het infinitief is het hele werkwoord
Het hele werkwoord is de werkwoordsvorm waar je 'wij' voor kunt zetten.
 
Dus: 
wij lopen
wij praten wij 
fietsen 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de infinitief (heel ww) van:
zit? (Je moet er wij voor kunnen zetten)

Slide 4 - Open vraag

Het zelfstandig werkwoord en het hulpwerkwoord
Als er twee werkwoorden in een zin staan, dan is één daarvan altijd het hulpwerkwoord. 
Als de één het zww is, is de ander de hww.
Het zww geeft de handling in (wat zie je die persoon doen)

De hond wil door het bos lopen. 
lopen = zww     wil = hww 

Slide 5 - Tekstslide

Sommige zinnen hebben meerdere hulpwerkwoorden:

 

Mijn zus wil morgen komen eten.
hww = wil
hww = komen
zww = eten

Slide 6 - Tekstslide

Wat is in deze zin het zww?

De kat wil de muis vangen.
A
De kat
B
wil
C
de muis
D
vangen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is in de deze zin het zww:

De docent zal snel vakantie hebben.
A
de docent
B
zal
C
vakantie
D
hebben

Slide 8 - Quizvraag

Heeft deze zin een hww?

Ik fiets naar huis.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Ik snap het verschil tussen
een zww en een hww.
Ja
Nee

Slide 10 - Poll

Wat zijn telwoorden?

Slide 11 - Woordweb

Telwoorden
Een telwoord geeft een hoeveelheid of een volgorde aan.

Hoofdtelwoorden - Hoeveelheid
aantal, nummer (1, 2, honderd)

Rangtelwoorden - Volgorde     
(-de, -ste)

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken: 
2.7 grammatica
Opdracht 9 t/m 16-1


timer
1:00
Klaar? Haal de klaaropdracht bij mij!

Slide 13 - Tekstslide